Episode Transcript
[00:00:06] Fijn dat u luistert naar de podcast van David Maasbach. We hopen dat u erdoor geïnspireerd en opgebouwd wordt. We gaan lezen wat er staat in de vers 6 vers 12. Want wij, jij, ik en voor de ouderen u, want we strijden niet tegen mensen. Belangrijk. Besef jij dit?
[00:00:34] Ons gevecht, onze strijd, is niet tegen mensen. Het gaat niet om mensen. Ook niet als je een strijd hebt met je familie, of met je kinderen, met je collega's. Het gaat niet om de mensen. Nee, zegt Paulus, maar tegen de onzichtbare leiders. Er zijn onzichtbare leiders. machten en heersers van deze donkere wereld, deze duistere wereld. En dat zie je vandaag heel erg, dat het donker en duister is. Het wordt steeds gekker. En dat heeft te maken met leiders, duistere, donkere machten van de afgrond, van de hel, demonen en boze geesten. Dus tegen de duivelse geesten. Duidelijker kan toch niet?
[00:01:32] Het gaat niet om mensen, maar het gaat om duivelse geesten in de geestelijke wereld. Er is een geestelijke wereld. Die is er. Daar gelooft niet iedereen in, maar er is een geestelijke wereld. Je hebt een natuurlijke wereld. Zo zie je mij en jou en zijn we hier. Maar er is ook een geestelijke wereld. Die kan je niet zien, maar je kan het voelen. Je kan het zien wel door de uitwerking daarvan. Er zijn dus boze machten. Er zijn boze geesten. En daar strijd jij tegen. Niet tegen mensen, maar tegen die boze machten en geesten die jou als kind van God haten.
[00:02:20] De boze geesten die haten jou, omdat je een kind van God bent. Omdat je niet van hem bent, van de boze, maar je bent van Jezus. Jezus zegt, ze hebben mij gehaat, ze zullen jullie ook haten. En daarom zitten we altijd in een soort strijd. En afgelopen woensdag, toen ik op de bid stond, Jesse was zo heerlijk aan het worshipen, ik hou er zo van. Soms zing ik niet altijd mee, maar ik ben er wel in die worship. Van binnen ben ik daar wel mee bezig, ken je dat?
[00:03:05] Van binnen zing je eigenlijk wel mee, maar dan ben je aan het bidden, je bent aan het loven, aan het prijzen, aan het danken. En dan, soms ineens, dan komt de Geestesheer er zo over je en dan bid je speciaal voor iets, je wordt bepaald bij iets.
[00:03:23] En het kan zijn dat je dan ineens voor je man bidt, of voor je vrouw, of voor de voorganger, of voor je kinderen, of voor de gemeente, of iemand in je familie, of collega's, of je baas. Dan ineens word je daarbij bepaald. En dat had ik ook tijdens de worship. En ik begon voor jou te bidden, ik begon te bidden voor de gemeente. Ik begon te bidden voor jou, die al zo lang de weg van de Heer bewandeld. En sommigen al zo lang in een bepaalde strijd zitten, zeker degene die op de frontlinie, die getuigen, die openluchten, maar die ook in een strijd zitten thuis met bepaalde geesten en machten. En ik begon voor jou te bidden, wie je ook bent, Maar ik begon voor jou te bidden en ik werd er zo bij bepaald en ik zei het in het Engels. Soms bid ik in het Engels, weet ik ook niet waarom. En weet je wat het mooie is? Dat de heren dan ook in het Engels terugpraten. Maar goed, dat is een persoonlijk iets. Misschien als ik in het Chinees doe, praat die Chinees terug, dat weet ik niet. Ik ken geen Chinees, maar dat is wonderbaarlijk. En ik zei, don't give up!
[00:04:44] Dus ik zag jou misschien niet zo als gezicht persoonlijk, maar... En toch weer wel, weet je? Ik was met jou bezig, jij die in de strijd zit. En ik zei, don't give up. It's no time to die. We gotta move on. Het is alsof... Ik voelde alsof een soort woestijnachtig...
[00:05:10] Zoals de Israëlieten door de woestijn gingen, dat is vermoeiend. Dat is moe. En dan waren de vijanden erachteraan, Amelek en noem maar op. En velen zijn omgekomen in de woestijn. En zo zijn er velen die zo in de strijd zitten en voorwaarts moeten gaan, maar sommigen zijn zo moe. Sommigen zijn zo moe. Ook van de predikars, die altijd op de frontlinie het evangelie prediken en de gemeente bemoedigen om voorwaarts te gaan en niet op te geven. Sommigen zijn zo moe.
[00:05:48] zo vermoeid en er zijn er die dan eigenlijk gewoon niet meer kunnen. En daarom geloof ik dat de geest gods je dan, want dat zegt hij toch, dat de geest gods bidt. Bidt van in jou tot de Vader. Soms weet je niet wat je moet bidden, maar de geest gods bidt in jou.
[00:06:13] En dan ben je ineens aan het bidden en zo had ik dat ook. It's no time to die. Het is geen tijd om hier om te komen. Kom op nou. Sta op nou. Ga nou verder. Als je niet op staat en verder gaat, dan sterf je hier. Dan ga je dood. Maar het is geen tijd. Kom nou. Kom, alsjeblieft. Besef je dit waar ik het over heb? Begrijp je dit?
[00:06:43] Ik wil niet dat je omkomt, ik wil niet dat je het opgeeft. Don't give up, never lose faith. Want we hebben een strijd, maar het is soms, ik begrijp het, dat je soms heel erg moe bent. En dat je iemand nodig hebt.
[00:07:10] die tegen je praat en zegt, kom nou, je komt om als je niet opstaat. Sta nou op, we moeten verder. Dat is de geest gods die jouw gebed heeft verhoord. Die heeft voor jou gebeden. Dat je niet op zal geven om je stand in te nemen. Intens gebeden. Dat is ook de reden waarom ik het land inga.
[00:07:40] Dat is waarom de geest Gods bepaalde mij om het land in te gaan, om de broeders, de zusters, Gods kinderen te bemoedigen. Dus ik ga deze keer niet om... Ja, nee, dat zeg ik niet goed als ik zeg om de mensen tot bekering te brengen, want dat is altijd zo. Maar ik ga deze keer voor Gods kinderen het land in. om hen te bemoedigen, om tegen hen te zeggen, geef niet op, want er zijn de velen die hebben niet wat wij hebben hier, die hebben niks om zich heen en niemand om zich heen en denken dat ze er alleen voor staan. En de heren die zenden mij het land in om hun te vertellen, je staat er niet alleen voor, jij ook niet vandaag. God weet alle dingen en zijn geest bidt voor jou door ons heen.
[00:08:33] Zo vandaag, lieve mensen, als je vermoeid bent, geef niet op. Geef niet op de strijd. Geef niet op aan je kinderen die de Heren niet willen dienen, of je man of je vrouw. Geef niet op, er is een strijd te strijden. De overheden en de machten, ze haten jou. En we moeten voorwaarts, we moeten verder. En toen ik van De bidstom thuis kwam, toen kreeg ik dat verschrikkelijke bericht van Charlie Kirk. En dat vind ik echt verschrikkelijk. Ik was echt ontdaan. Want ik volgde deze jongeman, 31 jaar, getrouwd, twee kinderen, kleine kindjes. Hij...
[00:09:27] Hij is een jonge man die een gave heeft om te debatteren met studenten, vooral linkse studenten. En dan komen ze massa's, met honderden, soms duizenden, dan gaat hij naar die universiteiten toe. En dan zit hij daar en dan gaat hij debatteren met hun over allerlei onderwerpen.
[00:09:53] Spreekt hij over de naam van Jezus? En over het leven? En over het huwelijk? Al die bijbelse dingen. Lieve mensen, daar heb je een gave voor nodig om met dat soort studenten te kunnen debatteren en een antwoord te geven. Want dat zijn die boze geesten en machten. En dan hoor ik dat hij is doodgeschoten. Verschrikkelijk gewoon. Ik begrijp het ook niet.
[00:10:23] Maar ik weet wel dat hij is iemand die ook alleen stond. En hij stond daar. En hij deed zijn getuigenis elke keer. En hij sprak over de naam van God. En hij sprak over de Bijbel. En hij sprak over de goddelijke principes, hoe het leven is, hoe God het bedoeld heeft. En dan snap ik niet, Dat hij moet gaan. Maar goed, zo is het. Het is gegaan en hij is er niet meer. Ene moment is hij er, ander moment is hij er niet meer. Maar hij heeft niet opgegeven. Hij ging door tot het moment. En ineens in het harnas is hij gestorven. Ik bid voor zijn vrouw. Zijn vrouw heb ik die speech ook gehoord. Heel bijzonder hoe zij het werk voor wil zetten van hem.
[00:11:27] Ja, het is niet altijd simpel mensen. En vandaag de dag wordt het steeds moeilijker. Om een getuige van hem te zijn. Om te wandelen in het licht. Om de principes van God uit te dragen. Zeker voor jezelf. Maar ook nog eens een keer uit te dragen aan je kinderen. Die het dan ook moeilijk hebben op een school waar niemand gelooft in de schepping, maar allemaal in de evolutie.
[00:11:57] Het wordt steeds moeilijker. Het wordt steeds gevaarlijker. En toch mogen we niet opgeven onze wandel met Jezus. En ik werd bepaald bij dat verhaal van de dertig helden van David. Drie van die helden Dat waren de grote helden. De eerste is Isbozet. Hij versloeg 600 man. Dat is veel hoor, in je eentje. De tweede Eliezer en de derde Sama. Toen de vijand kwam, toen ging hij op de akker staan.
[00:12:42] En hij vocht tegen het hele leger van de vijand. En hij versloeg het. Hij ging staan op de akker. Maar dit is, en daar wil ik even bij stilstaan, wat er staat over Eliazer. In Twee Samen Wel 23. Na hem, dus na Isbozet, kwam Eliazer, de zoon van Dodo uit de familie van Ahoy, Ook hij was een van de drie grootste helden van Davide. Hij had met David de Filistijnen uitgedaagd toen die met hun leger klaar stonden. Kijk als jij je getuigenis geeft, of het nou op straat is. Of dat het nou op televisie is, of radio, of waar. Als jij je getuigenis geeft, als jij praat over de naam van God, als jij onder je collega's jouw stand inneemt om de principes van God staande te houden, te zeggen dat dat niet juist is, niet goed is, waar zij misschien over praten of denken, je gaat daarvoor staan, dan daag jij die geesten, machten en vijanden uit.
[00:13:57] Dat doe je door wat je zegt, maar de meesten houden hun mond, oké. Maar als er geen schots in je is en je bent een waar licht, als jij een licht bent dan daag je het donker uit. En zo was het hier ook. Uitgedaagd toen die met hun leger klaar stonden om met het leger van Israël aan te vallen.
[00:14:21] Hij doodde toen een groot aantal Filistijnen. Hij doodde tot zijn hand er moe van werd. Zijn hand was zo verkrampt geraakt, een oude vertaling zegt verkleefd geraakt, dat hij zijn zwaard niet meer kon loslaten. Hij was zo intens in dat gevecht, met het zwaard, dat hij zo verkramd was aan dat zwaard, zo verkleed, dat hij het zwaard niet meer kon loslaten.
[00:15:04] De Heer gaf het volk die dag een grote overwinning. De mannen die eerst waren gevlucht, ook belangrijk om te weten, kwamen weer terug bij Eliazar, maar ze hoefden niemand meer te doden, ze hoefden alleen nog maar te plunderen. Lieve mensen, toen ik dit las, toen dacht ik, wat kan één iemand teweeg brengen?
[00:15:33] Wat kan één iemand niet doen? Eén! Wat kan jij persoonlijk alleen? Wat kan jij niet doen als God met jou is? Ik vermag alles door Jezus die mij kracht geeft. Wat kan jij niet doen? Wat kan één iemand niet doen als God met hem is? Ja, iedereen was weggevlucht. Iedereen! Dat heb je ook altijd. Er kan een moment zijn dat iedereen die eigenlijk aan je zijde staat, niet aan je zijde staat en je staat alleen. Op dat moment. En wat doe jij dan?
[00:16:27] als je alleen komt te staan. Eliazar ook. Iedereen was weggevlucht, maar hij bleef staan. Mooi vind ik dit. Ik hou daarvan. Ik hou van dat soort mensen. Dat als het erop aankomt en het is puntje bij paaltje, dat je niet wegvlucht en je post verlaat, maar dat je blijft staan. Koste wat het kost, al kost het je reputatie. Koste wat het kost, maar je blijft staan. Hij deed niet wat de massa deed. Ook zo mooi. De massa vluchtte weg, hij bleef staan. Tegenover een grote vijand. De massa vluchtte weg en...
[00:17:21] Vandaag precies hetzelfde. Eliezer deed niet wat de massa deed. Hij denkt zelf na. Hij neemt zelf een besluit.
[00:17:34] en hij handelt daarna. Dit vind ik ook zo belangrijk om te zeggen vandaag, want velen worden zo geleefd door de multimedia. Velen worden geleefd door het nieuws. Velen worden vaak fake news. Velen worden geleefd door hun familie. Velen worden geleefd door hun collega's, door hun vriendenkring. Velen worden daardoor geleefd. Maar Eliazar, hij dacht zelf na. Ja, wat moet ik nu doen? Ook wegvlucht als de massa? Nee, ik blijf staan. Hij nam een besluit. Voor zichzelf. Hé Eliezer, kom man! De vijand! Nee, ik blijf staan. Je bent gek! Ja, maar ik blijf staan. En hij nam zijn besluit en hij handelde daarna. Hij had zijn zwaard.
[00:18:31] En dan ging de vijand tegemoet, in zijn eentje. Lieve mensen, dit slaat echt ook op jou en mij. Want dat heeft te maken met jouw bekering. Wie heeft gemaakt dat jij je bekeerd hebt? Stel die vraag nou eens aan jezelf, antwoord hem. Wie heeft gemaakt dat jij je bekeerd hebt? Heb jij zelf niet de beslissing genomen om je te bekeren?
[00:19:02] Je hebt toch zelf die keuze gemaakt. Ja, ik wil Jezus volgen. Oké, anderen kunnen een rol gespeeld hebben om jou over Jezus te vertellen. Je bent misschien opgegroeid, maar ergens kwam er een moment dat jij zelf een besluit nam dat je Jezus wilde volgen. En dat je je hart aan Jezus gaf. Ook al ben je opgegroeid in het evangelie, op de zonneschool, er kwam ergens een moment dat jij je hart aan Jezus gaf. Dat heb jij zelf gedaan. Jouw besluit, in jouw hart. En toen kwam het moment dat jij je liet dopen. Wie heeft gemaakt dat jij je liet dopen? Dat heb jij zelf toch besloten?
[00:19:51] Dat heb je afgelegd met een getuigenis. Ik laat mij dopen, omdat ik de weg van de Heer wil gaan. Ik laat mij dopen, omdat ik mijn eigen leven wil begraven. En ik wil in nieuwigheid des levens opstaan met Jezus. Dat is wat ik wil. En daarom ben je gedoopt. En als je dat gedaan hebt, heb je bekeerd.
[00:20:20] En je bent de weg van de Heer gaan wandelen en je hebt je laten dopen, je hebt besloten om Jezus te volgen. Dat betekent, jij hebt een verantwoordelijkheid ten opzichte van God. Jij moet verantwoording aan Hem afleggen, niet aan mij.
[00:20:39] Niet aan je voorganger, niet aan je man, niet aan je vrouw, niet aan je broer, niet aan je zus. Het is jouw beslissing. Jij hebt jouw leven aan Jezus gegeven. Jij hebt je laten dopen. Jij hebt een verantwoording af te leggen aan God. Jij bent dus verantwoordelijk voor wat jij wel en niet doet. Jij bent verantwoordelijk voor wat je wel en niet zegt.
[00:21:09] Daar zal je straks, zeker op de grote dag, zelfverantwoording moeten afleggen. Kijk, en hier maak ik me best zorgen over, dat als straks mensen van God komen te staan, wat ga je dan zeggen?
[00:21:28] Daar houden de meesten echt geen rekening mee.
[00:21:31] Maar jij hebt een verantwoording aan God af te leggen over wat je gedaan hebt. Hebben we het vorige week nog over gehad, over de gaven. De talenten die Hij je heeft gegeven. Wat heb je ermee gedaan dan? Die verantwoording leg je niet aan mij af. Er komt geen moment dat jij aan mij verantwoording moet afleggen. Er komt een moment dat je het aan God moet afleggen. En als jij dan zegt, ja heer, maar ik dacht dat u zo streng was, zo ik heb het begraven en hier heb u het. Dan zegt de Heere God, ik heb hier helemaal niks aan.
[00:22:02] En dan zijn er een hele hoop die zullen zeggen, ja meneer, ik heb zus gedaan, ik heb zo gedaan, ik heb uw naam geprofiteerd. De heer zegt, ik ken je niet, ga weg! Zo het ja maar werkt niet bij God op die grote dag. Dat werkt hier, je kan bij mij komen en als ik je zou vragen, joh, dit en dit zus en zo, dan kun je zeggen, ja maar broeder David, die daar en dat zus en zus en dan denk ik, ja oké nou, ja oké, laat dan maar gaan. Maar bij God gaat dat niet zo. Want hij weet hoe het echt zit, hij kent je hart, hij weet wat je denkt, wat je gezegd hebt, wat je gedaan hebt. En zo heb je dus, omdat jij een beslissing hebt genomen, En je hebt je leven aan Jezus gegeven, daar stond niemand bij met een hondbakknuppel. Je hebt het gewoon zelf gedaan uit vrije wil. En heb je Jezus aangenomen, je hebt je laten dopen, je hebt gezegd, Heer ik wil u volgen elke dag. Heb jij dus ook een verantwoording af te leggen tegen de heren over jouw Bijbel lezen. Over jouw gebedsleven. Over jouw diensten bezoeken.
[00:23:19] Het huis des heren bezoeken, over jouw offeren, hoef je allemaal niet bij mij af te leggen en bij niemand niet. Zelfs niet bij je man of je vrouw, maar wel bij God. Wij zijn dus verantwoordingsschuldig over wat wij wel en niet doen, over de beslissingen die wij in ons leven nemen. En daar stond Eliezer ook.
[00:23:44] Hij moest daar besluiten. Ga ik mee met de massa? Ja maar heer, want dan krijg je weer die maar. Ja maar heer, iedereen liep weg. Ik zat er nog helemaal alleen. Nou? Wat dan? Ik ken die momenten. Om alleen te staan. En dan kom je niet weg van ja maar iedereen ging weg. Ja als iedereen in de sloot springt, spring jij dan ook in de sloot.
[00:24:12] Nee toch? Jij denkt zelf na. Althans, dat zou je moeten. En je maakt zelf een beslissing. En Eliezer ook. Hij maakte zelf een beslissing wat hij daar ging doen. En hij handelde daarnaar. En daarom trok hij zijn zwaard in zijn eentje, terwijl iedereen wegging. Wegvluchten. En daarom hou ik van die mensen. die dat doen. Ik denk godszeker.
[00:24:45] Ik kan al de verhalen aanhalen, maar tijd ontbreekt. Daniel, ook alleen, leeuwenkuil. Sadrach, Messach, Abednego, ook alleen, vuurige oven. Esther, met haman. Petrus, Paulus, Stephanus, tegenover de fariseers en de schriftgeleerden, het zal niet erin.
[00:25:08] Allemaal voorbeelden in de Bijbel waarin zij stand innamen, hun beslissing maakten. En vandaag hebben wij dat ook nodig. Mensen die hun stand innemen, christenen, juist in deze hele polariserende wereld.
[00:25:30] Mensen die een stand voor Jezus innemen, die niet vluchten, die niet hun mond houden als ze moeten spreken, die leven volgens de principes van het Woord van God. Maar ja, Eliezer werd ook moe, want als jij met jouw zwaard Dat hele leger in je eentje moet verslaan, dan kan je moe worden. En laat ik je dit zeggen, lieve mensen. Moe worden van de strijd is geen zonde. Hoor je dit? Moe worden van de strijd is geen zonde. Je bent geen afvallige. Je zit niet in de zonde. Moe worden is een normale reactie. Van het lichaam zeker.
[00:26:23] Je kan moe worden. En er zijn er vele moe. Als mama, ook we hebben heel veel mama's, als jij vanmorgens vroeg opstaat, met de kinderen bezig bent, van alles en nog wat, en s'avonds laat in bed stapt, dan ben je moe. Papa's, hoor je dat? Dan ben je moe.
[00:26:50] En de papa's die zeggen, ja maar ik heb gewerkt, ja wat denk je dat mama hebt gedaan dan? Dan ben je moe. En moe worden is geen zonde. Dat is een reactie van het lichaam. Ik denk juist, degene die niks doen, die moeten zich schamen. Degene die niks doen, die maken het zwaarder voor degene die alles moeten doen, omdat je niks doet. Hetzelfde geldt ook in de gemeente.
[00:27:20] Als jij hier komt, je eet, je drinkt, je geniet van de gemeente altijd, je bent er, we hebben het vorige week over gehad, maar je doet helemaal niks, dan maak jij het zwaar voor degene die het wel moeten doen. En die dan alles moeten doen, omdat jij niks doet. Trouwens, God heeft daar ook een hekel aan. Een luie dienstmaagd en luie dienstknechten.
[00:27:45] Zo, ik zou zeggen allemaal, doe iets.
[00:27:50] Neem een takenformulier en doe iets. Jong en oud, voor iedereen is er wel iets. En dan maak je het werk licht. Zeg ten spreekwoord dat niet. Vele handen maken het werk licht. Ja, toch? Eliezer werd moe. En dat begrijp ik. Nog één. En nog één. En nog één. En nog één. En nog één. Honderden keren, hoor nog één, nog één. Ebba met zijn zwaard, en nog één. En nog één. Er komt geen einde aan. Ik ken het gevoel dat je denkt, heer, er komt geen einde aan. Wat is dat spreekwoord? Het is een gebed zonder eind. Ja, ik smijt je met spreekwoorden vandaag, geloof ik, he? Gebed zonder eind. Ik ken dat gevoel dat ik zeg, heer, zijn we nou nog niet bij de bodem?
[00:28:44] Want als je bij de bodem bent, dan kan je weer omhoog. Nee, we gaan nog dieper. Daar word je moe van. En er zijn er die moe zijn. Eliezer was ook moe, maar God gaf hem kracht om de klus te klaren. En dat heeft hij bij mij ook gedaan.
[00:29:06] God gaf Eliezer kracht om de klus te klaren. Dat zegt ook vers 10. Hoe staat dat daar? Hij doodde toen een groot aantal Filistijnen, hij doodde tot zijn hand er moe van werd. Zijn hand was zo verkrampt geraakt dat hij zijn zwaard niet meer kon loslaten. De heren gaf die dag een grote overwinning. De mannen die eerst waren gevlucht kwamen weer terug bij Eliezer, maar ze hoefden niet meer niemand meer te doden, de klus was geklaard. Ja, dat heb je ook altijd. De mensen die weggaan, wegvluchten, als dan de blessing daar is, dan komen ze weer terug. Dan komen ze weer terug, want dan is het tijd om te plunderen. Dan is het tijd om geblesst te worden. Dus dat is vandaag nog precies hetzelfde. Eliezer Hij klaarde de klus met de heren. Eliezer hield vast aan zijn zwaard, ook al was hij moe. Dat betekent, lieve mensen, Eliezer en zijn zwaard. die waren verkleefd aan elkaar. Hij was zo verkramd om met zijn hand het zwaard vast te houden, om daarmee de strijd te gaan en de vijand te verslaan, dat zijn hand was zo verkramd, hij kon het niet loslaten. Hij wilde wel, maar hij kon het niet loslaten. Zijn zwaard en Eliaza waren één met elkaar geworden.
[00:30:48] En dat moeten wij ook zijn met ons zwaard. Vandaag. Wat zegt Evesus 6? Tenslotte broeders en zusters, wees sterk in de kracht van de Heer. Doe de hele wapenrusting van God aan. Dan kan de duivel jullie met zijn sluwe streken geen kwaad doen. Want we strijden niet tegen mensen, maar tegen onzichtbare leiders, wachten en heersers van deze donkere wereld. Dus tegen de duivelse geesten in de geestelijke wereld. Doe daarom de hele wapenrusting van God aan. Dan kun je je verdedigen. Dat is nodig vandaag. Als het kwaad je aanvalt. En dan kun je ook blijven staan als je alles hebt gedaan wat je moest doen. Ga dus staan en bind om je heupen de waarheid als een riem. Waarheid. Trek rechtvaardigheid aan als een panzer. Rechtvaardigheid. Wees bereid om het goede nieuws van de vrede met God aan de mensen te brengen. Dat is het evangelie. Dat zijn je schoenen. Houd vooral vast aan het geloof. Je geloof is je schild. Houd daarom dat schild omhoog. Het geloof omhoog, zodat je alle brandende pijlen kan uitdoven die de duivel op je afschiet. Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de geest in je hand. Dat is het woord van God. Het zwaard, het woord van God moet één met jou zijn.
[00:32:35] Eén, je moet er verkleefd aan zijn, verkramd aan zijn dat je het niet kan loslaten. Elke dag is het bij jou. Elke dag en nacht zit het in jou. Het Woord van God wat zich verdedigt tegenover al die machten en geesten en gedachten en bolwerken die op je afkomen en in je opkomen.
[00:32:59] Als daar gedachten in je opkomen, je haalt het niet. Geef maar op. Laat maar gaan. Maak er maar een einde aan. Etcetera. Je wordt nooit meer beter. Het zal altijd zo blijven. Lieve mensen, dat zijn geen woorden van God. Dat zijn woorden van de afgrond, van de bozen, van de geesten. En jij kan met het woord van God, kan je daar tegenin gaan.
[00:33:23] Niet omdat je dan wat leest, ja dat mag natuurlijk, maar het woord van God moet in jou zijn, in jouw hart, zodat je meteen kan reageren. Maar de Heer is mijn Heelmeester.
[00:33:34] Maar de Heer heeft gezegd dat hij me nooit zal verlaten. Hij is altijd met mij. En dan ga je al die woorden van God die door zijn geest zijn opgeschreven in het woord van God, die ga je gebruiken tegen die machten en overheden en geesten. Daarmee ga je winnen. Niet met aanslagen. Niet met bommen en granaten en zwaarden en kanonnen en weet ik veel wat. Je wint met het woord van God.
[00:34:06] Dat was ook Charlie Kirk zijn kracht, het woord van God. Al die aantijgingen die op hem afkwamen, maar het woord van God bracht hij elke keer weer terug en ze wisten gewoon niet wat ze moesten zeggen. Ze stonden telkens met een mond vol tanden. Dat heette geest van wijsheid. En zo wil God jou de geest van wijsheid en inzicht geven. En Hij wil je bemoedigen ten tijde van verdriet en pijn, moeite, zorgen en ziekte. Hij is met jou. Met Hem kom je door een bende heen. Met Hem spring je over een muur. Met Hem kom je door elk dal heen. Hou vast, wees bekleefd met het Woord van God, waarin God tot jou spreekt en jou zegt wat je moet doen en wat je niet moet doen, waar je moet gaan en niet moet gaan. Hij is je burcht, Hij is je vesting, Hij is je toevlucht en benauwdheid, Hij is je grote Heelmeester, Hij is jouw God, jouw Redder, Verlosser en Zaligmaker. En Hij is vandaag met jou. Dat is wat Hij zegt. Dus wees bemoedigd vandaag. Never give up. Never lose faith. It's no time to die. Amen.
[00:35:26] Bedankt voor het luisteren naar deze podcast. Wilt u meer preken beluisteren? Ga dan naar message.maasbachradio.com Bezoek ook eens onze website www.maasbach.nl.
