Episode Transcript
[00:00:06] Fijn dat u luistert naar de podcast van David Maasbach. We hopen dat u erdoor geïnspireerd en opgebouwd wordt. Ik wil graag lezen wat er staat in nummerie 30 vers 2.
[00:00:22] Dit is wat de Heer bevolen heeft, zegt God in zijn woord. Eigenlijk, Mozes die zegt dat in Numerie tegen het volk van Israël. En hij zegt, dit is een bevel van God. Dit is wat God bevolen heeft. Als een man, en ik zou ook willen zeggen een vrouw, een jonge meisje, een man, vrouw, iets aan mij belooft, zegt God, of zweert, Moet zij zich daaraan houden? Hij moet precies doen wat zij beloofd of gesworen heeft. Is dit moeilijk om te begrijpen? Ik denk het nog niet. God zegt tegen zijn volk, als er een man of een vrouw is die mij wat beloofd heeft, Onder ede, of gesworen heeft, moet zij zich daaraan houden. Hij moet precies doen wat hij belooft of wat hij gesworen heeft. Dit zeg ik niet. Dit zegt eigenlijk Mozes ook niet tegen zijn volk. Dit zegt God. De levende God zegt dit in zijn woord. En dit is dus niet een voorstel, een optie. Dit is een bevel. Dit is een gebod van de heren. Nou, ik kom nog uit de tijd waarin ik opgevoed ben en dat was ook in die tijd zo. Ik noem het eigenlijk, tegenover de jongere generatie zeg ik, ik ben van de oude stempel. Als ik wat zaken moet doen...
[00:02:01] En ze komen bij me, we moeten wat kopen of we moeten wat afspreken. Dan zeg ik altijd, ja ik ben van de oude stempel. Dat is een opvoeding die ik van mijn vader heb gehad en in die tijd was het ook zo. Een man, een woord. Een man, een man, een woord, een woord.
[00:02:22] Ken je die? Jullie komen ook uit die tijd. Een man, een man, een woord, een woord. En vandaag moet je daar natuurlijk ook van maken. Een vrouw, een vrouw, een woord, een woord. Ja, dat is gewoon even gelijk trekken in dat opzicht. Man, een man, een woord, een woord. Ik kom uit de tijd...
[00:02:42] dat als ik iets afsprak, dan praat ik over een tijd terug, je hoefde in die tijd niet voor al die dingen een contract af te sluiten. Ik kom uit de tijd dat je gewoon dingen kon afspreken met elkaar en je leefde toen ook zo, een man een man, een woord een woord. Je sprak af en daar hield je je aan. Uitzonderingen daar gelaten, want dat heb je door alle eeuwen heen natuurlijk gehad. Ik herinner me nog, mijn vader, ik weet niet of hij het in zijn autobiografie schrijft, ben ik eigenlijk vergeten, maar hij vertelde mij dat toen hij het kantoor kocht aan de overkant, dat grote gebouw met die glazen, dat is ons zendingskantoor, Dat kocht hij van Carranza in 1968, dus dat is een tijd geleden. In die tijd praat ik ook over, hè. Hij kocht het van Maup Carranza. En hij maakte eigenlijk een deal met Maup, maar hij moest naar Indonesië. En in die tijd vloog je niet, maar ging hij met de boot en dan was hij soms drie maanden weg. Ook van ons gezin was hij soms drie maanden weg om het evangelie te prediken in Indonesië. En hij sprak met Maud dat af over die koop. En Maud die zei tegen mijn vader Johan, hij zegt Johan ga jij nou maar je ding doen, het evangelie prediken. Als je terug bent dan maken we het verder rond en dan maken we het af. En zo gezegd, zo gedaan. Hij kwam terug, drie maanden later zoiets, hij kwam terug. De afspraak stond en er werd getekend en de koop was rond met andere woorden.
[00:04:36] Vandaag zou ik zoiets niet meer kunnen doen. Maar in die tijd was het wel zo. Man en man en woord en woord. Want je afsprak... Ja, dat deed je. Dat deed je gewoon. En als ik dan vandaag kijk... Nou, we leven vandaag wel in een hele andere tijd. Kijk alleen maar naar de politiek. Nou, waarschijnlijk is het altijd zo geweest. Maar helemaal vandaag... Ze beloven van alles.
[00:05:06] Koe met gouden horens. Ze beloven van alles. En als ze dan eenmaal aan de macht zijn, ze zijn gekozen, nou dan moet je nog maar kijken wat er van terecht komt. En helemaal vandaag. Vandaag leef je in een tijd van, ja als je geen contracten hebt, dan heb je geen poot om op te staan, zeggen ze eigenlijk. Als het gaat om... om huizen, auto's, materiële dingen... Ja, je kan vandaag niet meer zoals je toen deed. Gewoon afspreken en dan even weggaan en weer terugkomen en dat het allemaal zo gebeurt. Want je wordt bedonderd waar je bij staat.
[00:05:48] Zo is het helaas vandaag. Ik denk ook dat alles wat wij vandaag zien, dit ook waar we over spreken, maar alles wat wij vandaag zien, heeft absoluut ook te maken dat de mens van Gods Woord totaal is afgeweken. Van Gods geboden is afgeweken. God zegt, ze hebben geen kennis aan mijn woord en daarom zijn het wilde wolven. En dat is eigenlijk wat we vandaag zien. Men is totaal afgeweken van de geboden des Heren en het is één losse bende. Iedereen doet maar iets. Ook in de politiek. Maar als we dit nou lezen, zoals God dit aan Mozes heeft gezegd, die het tot het volk sprak, zou ik zeggen, wees loyaal aan jouw woord. Kom naar wat jij beloofd hebt. Wij moeten niet als de wereld zijn. Wij zijn kinderen gods, toch? Zo, wij zijn anders dan de wereld. Als jij iets afspreekt, hou je daar dan aan.
[00:07:03] Want zeker als jij jouw woord hebt gegeven, je hebt een belofte gedaan, ten opzichte van de heren, maar ook ten opzichte van elkaar, hou je daar dan aan. Hou je aan het bevel des heren, daar rust ook zegen op. Maar laten we niet zijn zoals de wereld, dat we maar zo makkelijk met alles omgaan en ons gewoon totaal niet houden aan ons woord, aan beloften, want dan zijn we net als de wereld. Wij zijn anders, zegt Paulus. Nee, Paulus zegt, we zijn geheel anders.
[00:07:40] Wij denken anders, we praten anders, we handelen anders. Als jij wat beloofd hebt, doe dan wat je beloofd hebt. Laat jouw woord in ere zijn. Dat je aan kan op wat je beloofd hebt. Dat je aan kan op wat je gezegd hebt. Wees integer. Wees betrouwbaar. Dat zijn twee hele belangrijke dingen voor Gods kinderen.
[00:08:08] Dat Gods kinderen integer zijn. Dat Gods kinderen betrouwbaar zijn. Wij moeten als Gods kinderen, als christenen, betrouwbaar zijn. Als je wat afspreekt, dat je je daar aan houdt. Ik hoor niemand amen zeggen. Maar ben je het daarmee eens of niet? Of zeg je...
[00:08:34] De andere kant, dat zou ik raar vinden, maar misschien denk je zo. Wat is de andere kant van betrouwbaarheid? Onbetrouwbaar.
[00:08:46] Maar wij moeten toch niet onbetrouwbaar zijn. Spreuker 20 vers 25 zegt, het is dom...
[00:08:56] om te haastig iets aan God te beloven en je daarvan daarna pas af te vragen of je je belofte wel kan houden. Je bent dom als je iets belooft en afspreekt, maar niet alleen tegen God hè.
[00:09:17] Ook gewoon tot elkaar of tot de gemeente. Tot broeders en zusters, want dat zijn we. Maar helemaal natuurlijk aan God. Maar het mag niet alleen zijn aan God, het is ook met elkaar. En de Bijbel zegt, je bent dom als je iets belooft en je daarna pas gaat praten, gaat afvragen of je het wel kan waarmaken. Maar dat neemt niet weg dat je het beloofd hebt. Hallo.
[00:09:50] Ik weet niet of je het verhaal van Jefta kent. Jefta is een mooi verhaal. Je kan het lezen in Richter 11. Jefta was een zoon van een prostituee. Zijn vader heette Gilead en die woonde in de plaats Gilead. Allebei Gilead. En zijn vader had een vrouw, daar had hij zonen bij. Maar hij was naar de prostituee gegaan, daar was een zoon uitgekomen en dat was Jephtha. Jephtha, dat was een sterke man ook, een wijze man. En toen de kinderen van Jephtha, van Gilead zijn vrouw, dus waar hij mee getrouwd was zogezegd, groot werden. Zeiden ze tegen Jefta dat hij weg moest gaan omdat hij niet bij hun hoorde, want hij was een zoon van een hoer. En zo werd hij gekleineerd en eigenlijk weggezonden. En hij ging ook weg en ging wonen in de plaats Knop.
[00:10:56] Maar als dan de Israëlieten in de problemen kwamen, want de Amenieten die kwamen om te strijden tegen Israël, zeiden de leiders van Israël, zeg laten we Jef daar halen. Hij is sterk, hij is wijs, hij kan ons leiden. Vind ik wel mooi hè. Dat Israël dacht aan de zoon van een hoer die hun leider zou worden.
[00:11:24] En hoe God dat dan weer gebruikt. Zo zie je dat God gebruikt iedereen die hij wil. Ook een zoon van een oer. Wonderbaarlijk, hè? Maar dat is wat de heren deden. Want, zo gezegd, zo gedaan. Ze gingen naar Jefta toe. Jefta zegt, jullie moeten eigenlijk niks van me hebben en nou moet ik nog leider zijn en dan moet ik de amenieten verslaan.
[00:11:51] Hij zegt dus ik heb het goed dat als ik leider, als ik de Amenieten versla, dat jullie mij leider willen maken. En hun zeiden ja, we willen graag dat je ons gaat leiden tegen de Amenieten. Hij zegt oké, dat ga ik doen. Dus hij komt terug en het eerste wat hij doet is hij schrijft een brief naar de koning van de Amenieten. Het is een hele eenvoudige vraag. Hij stelt hen de vraag, waarom val je ons aan? Nou, dat lijkt me een hele goede zaak, waarom val je ons aan? En dan antwoordt de koning van de Amenite, die antwoordt, nou, toen Israël uit Egypte trok, En bij ons in het gebied kwam, hebben de Israëliten, heeft jouw volk ons hele gebied veroverd. En wij willen dat nou terug hebben. Daarom vallen we jullie aan. Jefta, dan zie je toch dat hij wijs was. Die antwoord die koning van de Ammonieten, hij zegt, maar dat is notabene 300 jaar geleden.
[00:13:06] dat dat gebeurde. En al die jaren hebben jullie niks aan gedaan. En dan zegt hij iets moois. Ja, dat kwam zo tot mij ineens, dat ik dat ging vergelijken ook met vandaag. Dan zegt hij, maar zo is het niet gegaan. Hij zegt, toen de Israëliten uit Egypte trokken, wilden ze het land Moab binnen, maar de koning liet het niet toe.
[00:13:31] Toen zijn ze er omheen gegaan en toen wilden ze het land van, hoe heet het, even kijken hoor, het land van Moab, Edom. Wilden ze het land van Edom binnen gaan en de koning liet het niet toe.
[00:13:47] En toen wilden ze het land van de Ammonieten binnen gaan, maar de koning van de Ammonieten, jouw koning, die wilde dat toen niet. En die heeft de aanval ingezet, oorlog gaan voeren met de Israëlieten. En toen de Ammonieten oorlog voerden en Israël wilde aanvallen, Toen heeft de Heere God Israël geholpen om de Amenieten te verslaan en zo hebben ze het land in bezit genomen. Zo was het gegaan. En toen ik dat lees, toen dacht ik ineens aan vandaag. Ik dacht maar zo zit het eigenlijk ook vandaag met Israël, want het is een hele ingewikkelde zaak.
[00:14:33] Ja, niet voor mij, maar voor heel veel mensen, helemaal door al dat propagandanieuws wat we op het nieuws hebben. Maar als ik even terug ga, want daar dacht ik aan in 1967, toen hadden Libanon Egypte en Syrië hadden een pakt gemaakt om Israël aan te vallen en om ze van de kaart te vegen. Stiekem hadden ze een overeenkomst, een samenswering gemaakt om Israël aan te vallen. En de dag dat ze Israël wilden aanvallen met z'n drieën, heeft Israël, wonderbaarlijk hoe ze het weten, nou ja dat moet de levende God zijn geweest, hebben hun vroeg in de morgen, hebben zij die landen aangevallen. Dus zij wilden aanvallen, de strijd Israël aangaan en toen heeft Israël Egypte, dat is de Sinaïwoestijn daar beneden, heeft de Sinaïwoestijn in bezit genomen. En vanwege Libanon hebben ze de Westbank in bezit genomen. En vanwege Syrië hebben ze de Golanhoogte in bezit genomen. En toen dacht ik, ja dit slaat eigenlijk niet op de boodschap, maar ik moet het gewoon kwijt, want dat kwam zo tot me dat ik dacht, ja maar zo is het vandaag ook gegaan. En laten we eerlijk zijn, met Gaza is het precies hetzelfde, want zij hebben Israël aangevallen.
[00:16:04] Ja, dan krijg je natuurlijk een hele discussie, maar dat laat ik even verder in het midden. Ik wil maar even vergelijken dat in die dagen ging het dus ook zo dat de Amenieten wilden Israël aanvallen. En de Heere God was met hen en gaf de Amenieten in hun bezit. En zo is het ook met de Amalekieten gegaan en eigenlijk met al die volkeren. Het is niet zo raar wat we vandaag zien eigenlijk. En Jefta, Die amenieten die wilden dus niet luisteren naar Jefta. En zij gingen dus aanvallen. En dan moet ik lezen, want dan gebeurt er iets heel bijzonders. En dat lezen we in Richteren 11 vers 30.
[00:16:52] Toen deed Jefta een belofte aan de heren. Dus Israël kwam in strijd met de Ammonieten. En zei, als u ervoor zorgt dat wij de Ammonieten verslaan en ik veilig terugkom, dan zal het eerste wat mij uit het huis tegemoet komt voor u zijn. Een belofte hè? Ik zal het als een brandoffer aan u geven. Toen ging Jefta op weg met zijn leger om tegen de Amenieten te strijden. En de heer zorgde ervoor dat hij hen overwon. Hij versloeg hen vanaf Aroër tot in de buurt van Mimit en tot Abelkemen in. Hij veroverde twintig steden. Het was een geweldige overwinning. Wat een verhoring van een gebed, hè?
[00:17:46] De Ammonieten werden helemaal verslagen door de Israëliten. En toen Jefta naar zijn huis in Mishpa ging, kwam zijn dochter hem dansend en zingend tegemoet. Zij was zijn enige kind. Hij had verder geen zonen of dochters. Toen hij haar zag, scheurde hij zijn kleren als een teken van verdriet. En hij riep, o mijn kind!
[00:18:13] Wat maak je me nu toch verdrietig? Je stort me in het ongeluk, want ik heb de Heer een belofte gedaan. En ik kan die niet terugnemen.' Zij antwoordde hem, Vader, als u de Heer iets beloofd heeft, doe dan met mij wat u hem beloofd heeft.
[00:18:36] De Heer heeft u de overwinning gegeven over uw vijanden, de Amenieten. En verder zei ze tegen haar vader, gun me dit, laat me die twee maanden met mijn vriendinnen de bergen in gaan om er samen over te treuren dat ik nooit zal trouwen. En hij zei, dat is goed. En hij liet haar voor de twee maanden met haar vriendinnen naar de bergen gaan om er samen over te treuren dat ze nooit zou trouwen. Na die twee maanden kwam ze terug bij haar vader. Hij deed met haar wat hij aan de heer beloofd heeft. Ze is nooit getrouwd.
[00:19:13] Ja, lieve mensen. Dat was in dat moment dat hij in een grote strijd ging, dat hij de heren een belofte deed. Gewoon in een moment. Oh, heer, geef mij toch De overwinning hierover. Het eerste wat uit mijn huis komt zal ik u geven. En dat bleek zijn dochter te zijn. Ik zou zeggen in plaats van zo'n brandoffer maakte hij dat zijn dochter nooit getrouwd was. Dat is wel een offer om te brengen, zeker van zijn dochter. De andere kant, heb ik net gevraagd, van betrouwbaar, is onbetrouwbaar.
[00:19:58] Ik heb er ook bij gezet, nalatig. Sommige mensen, die zijn nalatig in wat ze beloofd heeft. Ze laten het maar, ze laten het maar sudderen, ze laten het maar gaan. Maar luister lieve mensen, De Bijbel zegt in hebreeën, de dood is een zekere zaak. Die komt van ons allemaal. Of Jezus komt terug, één van tweeën. En als je maar blijft uitstellen wat je beloofd hebt, dan komt er misschien een moment dat je het nooit kan doen wat je beloofd hebt. En op zekere dag zullen we toch verantwoording moeten afleggen aan de heren, ieder voor zich. Ik zou zeggen met bepaalde dingen, stel toch niet langer uit.
[00:20:42] Doe wat je vandaag kunt doen, wat je morgen niet kunt doen. Iemand die herhaaldelijk beloften doet en niet nakomt, die noemen we een leugenaar. Dat is toch simpel? Ik bedoel, u weet van mij, ik ben niet politiek correct, dus u hoort van mij zoals het is. Dat is een voordeel, want dan weet je ook waar je aan toe bent en hoor je ook de waarheid. Want als je herhaaldelijk gewoon maar belooft en je komt niet naar wat je beloofd hebt, ja, dan ben je uiteindelijk een leugenaar, want je doet niet wat je zegt. Logisch toch? Maar God is niet zo. God, onze levende God, is niet zo. Hij is geen leugenaar. Hij komt altijd zijn woord na. En dat vinden wij toch fijn?
[00:21:33] Hallo, hoeveelen vinden dat fijn? Ik vind het fijn. Twee handen omhoog. Dat God altijd zijn woord nakomt. Maar... Aangaande ons dan. 2 Korinther 1 vers 20. Want alles wat God heeft beloofd, heeft Hij door zijn Zoon ook gedaan. Jezus is Gods Ja. En daarom zeggen wij ook door hem amen. En zo is het en dat eert God. Er staat in een andere vertaling, Christus Jezus is ja en amen. En amen betekent het zij zo. Nummer 23, vers 19. God is niet zoals mensen. Mensen liegen, maar God liegt nooit. Mensen veranderen van gedachte. Maar God doet altijd wat Hij zegt. Hij houdt zich altijd aan wat Hij heeft beloofd. Mooi toch? Dit is zo duidelijk, lieve mensen. Toen ik jong was, ook met het werk van mijn vader dat ik overnam, meer dan dertig jaar geleden, kreeg ik ook een persoonlijk woord, maar dat slaat hier ook op. Een persoonlijk woord wat de Heren tot mij sprak in Psalm 89.
[00:22:57] Daar staat, maar van David, ik kreeg dat persoonlijk, ik las het en ik nam het voor mezelf, dat ik voelde dat de heren dat tegen me zeiden. Trouwens ook dit stuk ervoor, maar de tijd ontbreekt om het te lezen. Maar van David zal ik altijd houden. Ik zal hem altijd trouw zijn. Oh, wat heerlijk als je dat leest. En daar mag je je eigen naam bij zetten. De Heer zal je trouw zijn. Ik zal mij altijd aan mijn verbond houden. Ik zal mijn beloften niet breken. Ooit heb ik bij mezelf gesworen, en hoe zou ik tegen David kunnen liggen? Zijn familie zal voor altijd blijven bestaan. Nou, ik vond het heerlijk toen ik dat las. Toen dacht ik, ja, ik begrijp het. Mijn familie zal altijd blijven bestaan. Zijn familie zal regeren, ofwel de leiding hebben, zolang als de zon zal bestaan. Zolang als de maan aan de hemel zal staan, dat zweer ik bij mijzelf. Wat een woord kreeg ik daar voor mij persoonlijk van de Heere. En nu, dertig, veertig jaar geleden of verder, kan ik zeggen, de Heere is zijn woord. Hallo, hoeveel vijanden heb ik niet gehad en heb ik nog? Wat hebben ze niet over mij gezegd en geschreven? Wat hebben ze niet gelogen? Wat hebben ze niet... Ach, zoveel door de jaren heen. Maar ik kan u zeggen, hier staat een gezegende man. Hier staat een man die door God bewaard is. En ook mijn gezin. En mijn familie. Lieve mensen, wat heerlijk!
[00:24:43] Als je weet dat God maakt zijn woord waar. Jullie hebben dat ook allemaal meegemaakt. Jullie waren erbij. Bij alle aanvallen. Maar de Heer heeft me bewaard. Heerlijk. De Heer heeft de gemeente bewaard. De Heer is een waarmaker van zijn woord. De duisternis heeft het niet gegrepen.
[00:25:06] Heerlijk! Dat is wat God doet, ook voor jou persoonlijk. Maar dan zegt hij wel daarvoor, en ik kan het niet lezen, maar het komt erop neer. Dan moeten we wel hem trouw zijn en ons houden aan zijn woord.
[00:25:20] En dat heb ik gedaan. En heerlijk. De tweede generatie van mijn vader die begonnen is en de derde generatie die komt er ook aan. En de Heer heeft gezegd in dit woord ook dat de Heer zal met ons zijn en het werk zal verder gaan. Ook als ik er niet meer ben.
[00:25:40] Zal het werk voorwaarts gaan. Jezaia 35 vers 11. Het zijn de mensen die door de Heer zijn vrijgekocht. Zij zullen over de weg naar huis komen en juichen naar Jeruzalem gaan. Zij zullen voor eeuwig stralen van blijdschap. Alle verdriet zal verdwenen zijn. Nou, ik hoop dat ik het goed heb, zeg. Ik had een andere tekst. Nou, dat is ook een mooi woord, maar niet wat ik bedoel.
[00:26:09] Maar Gods woord is een anker in onzekerheid. En daarom hou ik ook zo van dat lied... Hoe gaat dat ook weer, dat lied?
[00:26:21] Het is maar één lied, wat... God van Trouw. Dankjewel, yes. Anker. Anker, ja, ja. Dat bedoel ik. Dat woord anker komt in niet heel veel liederen voor. God van Trouw, u verandert nooit. En dan spreekt het over een anker. Hij is de anker voor mijn ziel. Hij is de anker in onrustige tijden. Hij is de anker in onzekere tijden. Niet de regering.
[00:26:51] Maar God is mijn anker. Hij is een bron die nooit opdroogt. Hij is een anker als alles schudt. Hij houdt het schip op zijn plaats als de golven komen. Hij is mijn anker. Hij is altijd mijn anker geweest. Ook die van nu? Juist in onzekere tijden, als je het allemaal niet meer weet, is Hij het anker. Zo, ik heb een vraag vandaag aan jou. En voor de ouderen, u. Wat aangaande jouw trouw? Hoe staat het daarmee? Wat aangaande jouw trouw? Wat aangaande jouw integriteit? Hoe staat het daarmee? Wat aangaande jouw woord? Kom jij ook jouw woord na, jouw belofte? Wat aangaande jouw belofte? Hoe staat het daarmee?
[00:27:50] Ik vind het zo jammer als jij ook voornemens hebt. De Heere spreekt tot je in een bepaald moment van de dienst door een lied, een getuigenis, door een boodschap. De Heere spreekt tot je. Jij maakt daarop een besluit en zegt oké, ik doe dat. En als je dan niet nakomt, als je niet doortrekt, als je het dan ook niet doet. Niemand zal dat voor jou doen. Jij moet dat zelf doen.
[00:28:20] Er zijn mensen, ik meen twee weken geleden of zo hebben gesproken, of drie weken geleden, nog langer, hebben gesproken, nee ik geloof al een maand, over gaven talenten. Meer dan 25 mensen hebben een takenformulier ingevuld. En je hebt het nog niet teruggegeven. Het ligt er maar. Het is net alsof, ik haal even iets heel concreets aan. Het is net als met het doen van een belofte, maar je doet het maar niet.
[00:28:49] Ook aan de Heer. Er zijn daar... Je hebt een belofte gemaakt. Heer, ik wil u dienen. Heer, ik wil u volgen. Heer, ik wil u gehoorzamen. Het zijn allemaal beloftes die wij maken. Maar hoe staat het daar dan mee? Kom jij... Kom jij jouw belofte na? Toen jij je liep dopen, heb je ook gezegd, ik wil me laten dopen om mijn oude leven te begraven en om Jezus te volgen. Hoe staat het daar nou echt mee?
[00:29:18] Hoe staat het met je toewijding? Hoe staat het met je heiligheid? Hoe staat het met offeren? Hoe staat het met bidden? Hoe staat het met bijbellezen? Hoe staat het met diensten bezoeken? Het hoort er allemaal bij. En hoe staat het met sommigen van u, jullie, die op een moment dat het heel spannend was in een crisis van je leven, dat je de Heren een belofte hebt gemaakt.
[00:29:47] En de Heere heeft je daar uitgehaald, uit die crisis. Hoe staat het met die belofte? Wat je toen beloofd hebt. Whatever it is, wat het ook is. Hoe staat het ermee? En waarom zeg ik dit? Ik zeg dit voor jou!
[00:30:06] Want jij en ik en ieder mens komt op zekere dag voor de troon van God te staan en dan zal hij verantwoording vragen. Hoe staat het dan mee? Dan kan je niet zeggen ja maar heer en dan maar en dan allerlei een draai geven. Dat gaat niet want God kijkt daar doorheen. En dat is een verschrikkelijk moment als je daar staat.
[00:30:34] En daarom zeg ik deze dingen om je te waarschuwen, om je te bemoedigen en te zeggen, luister, God is een waarmaker van zijn woord. En hij zegt ook tegen jou, wat je belooft moet je doen. Doe het. Doe vandaag wat je morgen misschien niet kan doen. Doe het. Ga de Heer het dienen met je hele hart zoals je beloofde hebt.
[00:31:01] Ga je Bijbel lezen, wat daarbij hoort. Toen hij jou kocht, kocht hij jou voor honderd procent. Jij bent van hem. Jij bent helemaal van hem. En alles wat je hebt is van hem. En als jij iets geeft, geef je het uit zijn hand, want het is van hem. Zo, hoe staat het dan vandaag?
[00:31:27] Met jouw woord, jouw integriteit en jouw belofte. Ben jij zoals God wil dat je zal zijn? Heb jij jouw belofte betaald? Zo niet zou ik zeggen, neem dat nou eens alsjeblieft heel serieus in je leven.
[00:31:49] En ga de Heer het dienen zoals je beloofd hebt, met heel je hart, heel je ziel, heel je verstand en alles wat in je is, hoe moeilijk het ook is, maar ga de weg die jij besloten hebt om te gaan, toen jij zei hier is mijn leven, Heer Jezus. Hier is mijn leven.
[00:32:09] Ik ben van u. Ik heb maar één leven te geven. Ik geef het aan u. Dat heb je op zeker moment gezegd. Doe dat dan ook. En je zal zien dat de Heer op zijn beurt doet wat Hij beloofd heeft. Dat Hij voor jou zal zorgen. Dat Hij je zal helpen. Dat Hij je zal zegenen. Dat Hij je kinderen zal zegenen. Je kleinkinderen zal zegenen. Omdat jij je houdt aan je woord. Daarom zei God ook...
[00:32:38] Isaac, Jacob, ik doe het te willen van je vader Abraham. David of Salomo, ik doe het te willen van je vader David. En daarom is het zo belangrijk dat wij zijn wie we zijn. Een man en man, een woord en woord, een vrouw en vrouw, een woord en woord en ons houden aan onze belofte. Heer, ik ben u zo dankbaar voor uw woord deze dag, waarin u zo ons wijst om ons te houden aan hetgene wat we beloofd hebben. En we hebben gezegd en we hebben beloofd dat we u willen dienen, dat we u willen volgen, dat we u gehoorzaam willen zijn, dat we het smalle pad willen wandelen, dat we bij u willen zijn als de tijd daar aanbreekt. Oh heren, We herinneren ons de beloften die we gemaakt hebben. We herinneren het ons. Uw Heilige Geest geeft het ons in herinnering, wat wij U hebben beloofd. En nu horen wij uit Uw Woord, Heren, dat U wil dat we onze geloften betalen. En daarom ook vandaag bid ik voor de gemeente. Ik bid voor al uw kinderen. Ik bid, Heren, dat we allemaal Ware kinderen God zijn die ons houden aan ons woord, zodat we gelijk zijn aan de Heer onze God in het opzicht van zijn geboden. Dat we zijn geboden onderhouden en dat we leven wat we prediken, leven wat we getuigen. Dat het echt is. Genuine. Echt. Dat we ware christenen zijn. Niet als de wereld.
[00:34:23] Maar ware christenen zijn. Dat het echt is. Ik bid en ik vraag dit. Heren, dat daarover uw zegen kan komen en uw zegen kan rusten. Ook op de gemeente hier. Ik bid en ik vraag dit. Ook voor mijzelf, heren. Ik leef wat ik preek. Samen met mijn vrouw en kinderen. We zijn echt, waar. Gentlemen, we leven wat we prediken. En dat bid ik voor onze hele gemeente. Zodat uw zegen kan stromen, kan rusten, kan komen over ons allemaal en over de gemeente. Blijven komen, zou ik willen zeggen. In Jezus' naam. Amen, amen.
[00:35:18] Bedankt voor het luisteren naar deze podcast. Wilt u meer preken beluisteren? Ga dan naar message.maasbachradio.com Bezoek ook eens onze website www.maasbach.nl.