Episode Transcript
[00:00:06] Fijn dat u luistert naar de podcast van David Maasbach. We hopen dat u erdoor geïnspireerd en opgebouwd wordt. Goed, we gaan naar het Woord van God. Ready? Ready om naar het Woord van God te gaan? All right, ready.
[00:00:25] We gaan een stukje lezen en dit is niet één regeltje, ik wil even dat hele stukje lezen uit Exodus 17 vers 8. We gaan het samen lezen. Bij Ravidim werd het volk aangevallen door een volk, door het volk Amalek. Dat volk heette Amalek. Mozes zei tegen Jozua, kies mannen uit en strijd tegen de Amalekieten. Israël dus tegen de Amalekieten. Morgen zal ik op de heuveltop, op de berg gaan, staan met de staf van God in mijn hand. En Jozua deed wat Mozes zei en streed tegen de Amalekieten. Maar Mozes, Aaron en Hur waren de heuvel opgeklommen. Als Mozes zijn handen omhoog hield, was Israël sterker. Dus de staf omhoog hield, als Mozes die omhoog hield, was Israël sterker. Maar als hij zijn handen liet zakken, als de staf ging zakken, dan was Amelek sterker. En toen zijn armen moe werden, want ga maar eens zo staan. Je moet thuis maar eens vanmiddag even oefenen, pak een bezemstil, En houd die is zo boven je hoofd. Niet op je hoofd, nee, boven je hoofd. En kijk dan hoelang jij dit volhoudt. Want dan begrijp je ook wat Mozes hier meemaakte.
[00:01:57] Toen de armen van Mozes moe werden, legden ze een steen bij Mozes neer, zodat hij daarop kon zitten. Aaron en Hur ondersteunde ieder een arm van Mozes. De een aan de ene kant, de andere aan de andere kant. En zo bleven zijn handen tot zonsondergang omhoog. Dus uren heeft hij zo gezeten.
[00:02:22] En zo versloeg Jozwa het volk van Amalek. Zo! Amalek was een zoon, dus Amalek was een zoon. Dat is net als Israël. De naam van het volk van Israël komt van een man die heette Israël.
[00:02:47] En zo was ook Amelek. Amelek was een zoon van Ezouw, oudste zoon Eliphos en Tima. Je kent Ezouw? Ezouw was de broer van? Ik haal dit wel eens meer aan, zodat je een beetje weet hoe die namen zijn van broers en zussen. Ezouw was de broer van Jacob.
[00:03:16] door Jacob heen is uiteindelijk ook Israël gekomen. En de zegen, dames en heren, want je had Abram, Isaac en Jacob. En Jacob's broer was Ezal. Abram, Isaac, zijn vrouw, kreeg twee zonen, Jacob en Ezal. En uit Ezals lijn kwam dus Elifas en uiteindelijk Amalek. Nou, waarom is dit belangrijk? Omdat Amalek altijd, vanaf het begin of aan, maar dan ook altijd een vijand van Israël was. En dan besef je en begrijp je meer hoe die lijnen waren. Abram, Isaac, Jacob, Israël, want zijn naam veranderde in Israël.
[00:04:09] En de andere kant Abraham, Isaac, Ezau. En Ezau was altijd een vijand van Jacob, van Israël. En zo heeft Israël altijd vijanden gehad. Luister, lieve mensen, wat je vandaag allemaal hoort in het Midden-Oosten is eigenlijk niks nieuws. Israël heeft altijd vijanden gehad.
[00:04:37] Israël is altijd omrimd geweest door vijanden. Dat was vroeger al toen zij het land gingen bezitten. Altijd hebben zij vijanden gekend. Altijd hebben zij daardoor ook oorlogen gekend. Maar prijs de Heer dat altijd is de God van Abraham, Isaac en Jacob met Israël geweest en ook vandaag.
[00:05:04] Wat je ook in al die propaganda nieuws, vooral ook in Nederland, hoort, vergeet dit niet. En ik zou zeggen, als je er moeite mee hebt, hou alsjeblieft gewoon je mond, laat het in het midden, want raak de oogappel van God niet aan, dan kan je beter gewoon je mond houden. Maar niet de oogappel van God aan. Dat is wat de wereld doet, dat is wat Nederland ook vandaag doet, maar doe daar niet aan mee, laat het dan maar in het midden. Zo dan weet je wie Amalek was. Het volk van Israël dat kwam uit Egypte, dat weten jullie. Wie had het volk bevrijd? Mozes, heel goed. Eigenlijk God, maar door Mozes heen, heeft hij het volk uit slavernij uit Egypte gevoerd, want ze waren daar in slavernij. En als ze dan uit Egypte gaan, zij laten dus Egypte achter zich, dan gaan zij op weg naar het beloofde land, want God had hun een land beloofd overvloeiende van melk en honing. En als zij dan dus op weg gaan, dan daartussen zit de woestijn. Egypte, het oude, het beloofde land, het nieuwe, en daar zitten ze in de woestijn. En het eerste wat ze tegenkomen als ze uit Egypte gaan, is de Rode Zee. Wat een geloofsbeproeving. En dan Baant God machtig een weg door de Rode Zee heen. Hij deed daar een heel groot wonder. Maar zij falen natuurlijk, want ze zitten te klagen en te zeuren, ze worden bang, ze worden bevreesd. Ze kunnen nergens heen. De vijand, vader O, wil hun terughalen. Linksbergen, rechtsbergen, de zee voor, kunnen nergens heen. Ja, wat doe jij als je nergens heen kan?
[00:07:13] Nou, de meesten die worden dan bang, krijgen angst en vrees en gaan allerlei rare dingen doen, maar ook zeggen. Maar ik zou zeggen, geloof toch in de levende God, juist op die crisismomenten in je leven. En Mozes, die moest zijn staf op het water heffen en God maakte daar een weg.
[00:07:35] Het hele volk ging er doorheen. Farao werd tegengehouden door de vuurkolom, maar de vuurkolom hield op. Farao met zijn hele leger door de zee heen en God deed het water bovenop die vijanden van Israël neerkomen en daar werd afgerekend met het oude Egypte, met het leger, met de vijanden. Lieve mensen, God heeft duizend in één manier om af te rekenen met de vijand van Israël hoor.
[00:08:02] maar ook met jouw vijand. Vergis je niet. En dan gaan ze verder dus in de woestijn. En dan krijgen ze dorst, hele erge dorst. Nou, ik ben in die woestijn geweest, het is heel heet en je krijgt echt dorst. Zo, dat is niks raars. En dan eindelijk zien ze water, ze rennen naar het water, maar het water is bitter, want ze kunnen het niet drinken. En ook daar weer gingen ze klagen en Ja, deze geloofsles hebben ze niet geleerd, want ze gingen zeggen, we komen hier om. Ze geloofden de Heere God niet, die net notamene de Rode Zee voor ze heeft geopend. En dan moet Mozes een stuk hout van een boom nemen, in het water gooien. En als hij dat dan doet, wordt het water zoet en iedereen drinkt van het water. Wat geweldig! Maar goed, die geloofsles hebben ze niet geleerd. Dan gaan ze weer verder in de woestijn. En dan krijgen ze weer dorst, heel logisch, krijgen ze weer dorst, maar er is helemaal geen water. Opnieuw een geloofsles. Maar ze leren het niet, want ze worden kwaad op Mozes en ze scholden hem uit en ze zeiden, ja, jij hebt ons hier gebracht en dan komen we hier om, wat hebben we daar aan? Waren we maar in Egypte gebleven, alsof Egypte zo goed was.
[00:09:30] Daar waren ze in slavernij, daar helden ze ook en baden ze tot de levende God. Maar goed, een geloofsles opnieuw daar in die woestijn en dan zegt God tegen Mozes, Mozes neem je staf. Die staf is heel belangrijk geweest hè. Die staf en ga naar de rots en daar moet je op de rots slaan.
[00:09:56] En dan komt er water uit. En Mozes doet dat. Hij slaat op de rots en er stroomt heel fris, koel, schoon water uit de rots. En dat hele volk, we praten over 2 miljoen mensen. Dat is een hoop hoor, 2 miljoen mensen. Die drinken allemaal van dat heerlijke water. En oh, geweldig! Heerlijk! in de woestijn fris, schoon water. En hun dorst werd daar gelest. Kijk, en toen dat was gebeurd, toen ze heerlijk hadden gedronken van dat frisse, koele water, er staat, toen kwam amelijk. Toen kwam amelijk. Belangrijk om te weten, want Egypte was dat oude waar ze uitkwamen. En ze gingen naar het beloofde land. En nu waren ze in de woestijn. Daar leerden ze de geloofslessen om op God te vertrouwen. En dat breng ik naar nu. Naar jou en naar mij. Wij hebben ons oude leven achter ons gelaten.
[00:11:25] Als het goed is, heb je je laten dopen de onderdompeling. Als je dat nog niet hebt gedaan en je zegt een christen te zijn, dan moet je je laten dopen met de volgende doopdienst. Dit is belangrijk. Dit is net als de Rode Zee, door het waterbad heen. Van het oude Egypte naar het nieuwe, naar het beloofde land. Wij leven net als hun, maar dan vandaag. We hebben ons oude leven achtergelaten. We zijn door de Rode Zee heen gegaan, door de doop, waarop je beleden hebt en gezegd hebt, ik laat mij dopen om mijn oude leven te begraven en om in nieuwigheid het leven op te staan om Jezus te volgen. Althans, hoeveele hebben dat gedaan? Oké, de meeste. Goed zo. Dat betekent, jij zit in eenzelfde situatie als de Israelieten toen. Je komt uit het oude, we gaan op weg naar de hemel, dat is het beloofde land, maar we leven nu in de woestijn van deze wereld, op weg naar het beloofde land, naar de hemel. En nu, hier in de woestijn van deze wereld, dat is waar je de geloofslessen moet leren.
[00:12:48] Wij moeten leren wat het volk van Israël moest leren. Daarom zegt de Bijbel ook in het Nieuwe Testament dat is hun allemaal overkomen tot voorbeeld van ons. Wij moeten daarvan leren. Wij leren vandaag. In ons woestijnaards leven, hoe wij om moeten gaan, wanneer wij aangevallen worden met ziektemachten of leugenmachten of nou welke machten, onreinemachten, noem het maar op. Wat doen wij als wij in crisis komen waar ook hun in kwamen? Wat gaan we beleiden? Wat zeg jij dan? Wat doe jij?
[00:13:30] als je in een crisis terechtkomt. Laten we toch leren van wat hun is overkomen en hoe God daar weer op reageert. Hoe hun weer reageerde op dat wat God weer deed. Laten we leren deze lessen in ons leven vandaag. In dit woestijn, aardsleven, waarin wij dorst mogen dorsten naar de Heilige Geest, het water van de Heilige Geest en mogen drinken en mogen eten van het brood des levens. Want wij zitten in eenzelfde soort situatie. Als jij namelijk je oude leven, je bent tot bekering gekomen, je hebt je oude leven achtergelaten en je zegt, ik wil Jezus volgen. Je hebt je laten dopen door onderdompeling. Dan komt amelijk. Dan komt amelijk. Dan denk je misschien als je je laat dopen, oh het is nou allemaal haalkoek en ei. Ha! Ben gered. Jezus is bij mij. Wat kan mij nou nog gebeuren?
[00:14:52] Het is allemaal goed en wel. Je hebt heerlijke diensten. Je bent vol van blijdschap, van vreugde, van dankbaarheid. Je hebt dus met andere woorden gedronken van dat koele water, net als hun. En het voelde zo fijn. En het gaat zo heerlijk met Jezus. Dat is het leven waar je dan in terechtkomt. Dan komt amelek! Dan komt amelek!
[00:15:20] En zo kwam Amalek dus ook bij hun. Laten we toch leren en dit begrijpen waar ik het over heb. Hebreeën 3 zegt het zo. Daarom waarschuwt de Heilige Geest jullie. De Heilige Geest waarschuwt jou vandaag door dit woord en mij. En hij zegt, de Heilige Geest, als jullie mij vandaag horen spreken, als jij het hoort, Wees dan niet koppig en ongehoorzaam, zoals de Israëliten in de woestijn. Want zij maakten mij daar boos, met hun koppigheid en hun ongehoorzaamheid. Je kan God dus boos maken.
[00:16:08] Dus laat die mensen die alleen maar over liefde praten, liefde, ja God is liefde, ja God is liefde. Maar hij kan ook boos worden. En als een heel langmoedig iemand boos wordt, dan heb je het heel ver laten komen. Mijn papa was ook heel langmoedig. Hij had zeemanshanden, dat zijn behoorlijke handen. Hij was heel langmoedig. En wij sliepen boven.
[00:16:37] Met zijn achten sliepen we boven en dan zei hij, nou is het afgelopen. En dan kwam hij nog een keer, nou is het afgelopen, ga slapen. Ken je dat? Maar als wij de voetstappen van hem op de trap hoorden komen, dan wisten we het is te laat. Voel het nog zeg.
[00:17:04] Ja, maar nee, dan als je eenmaal de voetstappen hoorde... En zo is het met lang... En God is nog langmoediger. En die kan je boos maken. Want zij maakten mij daar boos met hun koppigheid en ongehoorzaamheid. Jullie voorouders daagden mij daaruit. Zij zagen veertig jaar lang wat ik allemaal verwonderen voor hen deed. Maar steeds, elke keer maar, stelde zij mijn geduld op de proef. Daarom was ik boos op hem. En ik heb tegen hen gezegd, ze lopen alsmaar door bij mij weg. Elke keer. En vandaag heb je dat ook. Er zijn christenen, die komen dan en dan gaan ze weer weg. Komen en dan gaan ze weer weg. Elke keer hetzelfde liedje. Ze willen nooit doen wat ik zeg. Ook al hebben ze alles gezien wat ik voor hun heb gedaan. En daarom heb ik in mijn boosheid gesworen, zij zullen nooit de rust binnen gaan die ik hun had willen geven. Let er nou op, zegt het Nieuwe Testament. tegen de gemeente, tegen de broeders en de zusters en ook bij jou vandaag. God zegt, let er nou op dat niemand van jullie besluit om de levende God niet langer te gehoorzamen, want zo iemand is koppig en ongelovig. Moedig elkaar! Hoor je dit? Wat moeten we doen? Elkaar aanmoedigen. Moedig elkaar elke dag aan. Hoeveel keer? Elke dag! Moedig elkaar nou elke dag aan om God te gehoorzamen. Zolang er nog dagen zijn, dan zal niemand zich door het kwaad laten opstoken om koppig en ongehoorzaam te worden. Want wij hebben Christus gekregen. Tenminste, als we tot het einde toe ons geloof vasthouden. Er wordt dus gezegd, als jullie mij vandaag horen spreken, wees dan niet koppig, wees niet ongehoorzaam, zoals de Israëlieten toen zij mij boos maakten. Wie waren dan die mensen die God boos maakte? Wat voor soort mensen waren dat dan?
[00:19:35] toen ze hem hadden horen spreken. Dat waren al die mensen die met Mozes uit Egypte waren vertrokken. En wie heeft God zich veertig jaar lang geërgerd. Hier staat die tekst wel eens die ik aanhaal. Veertig jaar lang heeft God zich geërgerd aan de joden daar. Aan de mensen die God niet hadden willen gehoorzamen. Daardoor stierven zij en lagen hun lijken in de woestijn. En aan wie swoer God dat zij niet de rust zouden binnengaan die hij hun had willen geven? Aan die mensen die hem ongehoorzaam waren geweest.
[00:20:13] We zien dus dat ze door hun ongeloof Gods rust niet konden binnengaan. Zo, Amalek is die oude mens. En wij hebben ons bekeerd. En we hebben ons laten dopen. En wij zijn dus een hele nieuwe schepping geworden. En dat betekent dus Amalek, Streed tegen Israël, daar toen ze dronken uit de rots. En wij zitten in zo'nzelfde situatie vandaag. We hebben onze oude mens, die hebben we achter ons gelaten. We hebben ons laten dopen. We hebben gezegd, ik wil die oude mens niet meer dienen. Ik wil niet dat die macht meer. Ik geef mijn leven aan Jezus. Ik wil Jezus volgen. Zo ben je een nieuwe schepping geworden van binnen. vervuld met de Heilige Geest. Je hebt het Woord van God, je wandelt naar Gods wegen. En die twee, die maken altijd oorlog in jou. Die twee, de oude en de nieuwe, maken elke keer strijd. Elke keer strijdt dat en heb je daar last van. En elke keer moet je weer overwinnen. En elke dag kan dat plaatsvinden. Maar hoe kun je dan overwinnen? Romeinus 7, zegt Paulus het zo. En zo gaat het altijd. Als ik het goede wil doen, zorgt het kwaad in mij ervoor dat ik het slechte doe. Want mijn geest en mijn verstand wil ik graag doen wat de wet van God vraagt. Maar mijn ik, mijn oude natuur, mijn oude leven, strijdt tegen mijn verstand en wil andere dingen doen. En zo word ik een gevangene van het kwaad dat in mij zit. Wat een vreselijke toestand, wat vervelend, wat naar, ik word er zo moe van. Heb je dat ook wel eens gezegd? Ik word er zo moe van.
[00:22:29] Wie kan mij in hemelsnaam bevrijden van dat ik, van die oude natuur, van dat oude leven wat ik achter me heb gelaten? Wie dan? Waar het kwaad in woont, dat mij dood, prijs God, Jezus Christus is het antwoord. Wie kan jou helpen in die strijd met dat oude amelijk, je oude natuur, in dat nieuwe leven waarin jij wil wandelen, waarin je wil leven. En luister, zoals de schrijver hier in Hebreeu ook zegt, Jezus Christus, zo heeft Israël op die dag ook gewonnen van Amalek. De staf, de staf hield hij omhoog. Typisch beeld ook van het kruis.
[00:23:27] en zolang de staf omhoog was, zolang Hij die staf omhoog hield, was Israël de overwinnaar. En als Hij de staf naar beneden hield, dan was Amalek de overwinnaar. Maar lieve mensen, zo simpel is het ook vandaag. Als jij Jezus Christus hooghoudt in jouw leven, Als jij bidt, want dat is wat Mozes aan Aaron en Hur deden. Mozes was daar met die staf in gebed tot de levende God voor Jozua die met Amalek aan het vechten was. En hij was daar aan het bidden. Hij was daar aan het strijden. Eigenlijk, Jozua kon alleen maar winnen. Israël kon alleen maar winnen als Mozes deed wat hij moest doen om die staf omhoog te houden. En om te bidden daar. Want als hij dat naar beneden liet, dan verloren ze. Echt, zie hoe belangrijk dat voorbidden was wat Mozes daar deed. En hoe vermoeiend dat soms is dat hij al prijs de Heer, Aaron en Hur had om zijn arm omhoog te houden, zodat ze zouden winnen. Lieve mensen, vandaag wil ik ook zeggen, de bidstonden zijn heel belangrijk.
[00:24:55] Je gaat op de zondagmorgen, kom je naar de dienst, maar die bid stonden op woensdag als we samenkomen om te strijden in het gebed. En dat is wat we doen, Menard, onder jouw leiding. Dan bidden wij, we strijden, we doen voorbidden. Die zijn belangrijk, mensen, want dat is waarom je wint. Jouw gebedsleven. En als jij echt een gebedsleven hebt, zoals Mozes daar die stad omhoog hield, als je dat echt hebt, dan kom je ook om samen te bidden en te strijden op de woensdagavond. En dit vind ik nou zo jammer. Waarom zou jij alleen op die bidstonden komen als jij plotseling in een crisis komt?
[00:25:44] Dat vind ik zo niet reëel, niet stabiel, dat als mensen ineens in de crisis van hun leven komen, ja, dan komen ze in de dienste heel trouw, dan komen ze op de bidstand, want God moet daar gewoon een wonder voor ze doen. Maar waarom alleen op de bidstand? Ja, maar David, ik heb een hele goede reden hoor. Ja, dat kan jij wel zeggen, maar waarom kan jij wel komen als je ineens in een crisis zit?
[00:26:13] En de bid stonden zijn er gewoon om altijd bij te wonen om met elkaar als gemeente te strijden. Te strijden voor de gemeente wereldwijd. Te strijden voor jouw kinderen die misschien niet bekeerd zijn. Wie gaat er anders voor strijden? Dat ze tot bekeering komen en gered worden voor de eeuwigheid. of je man, of je vrouw, of dat je kinderen opgroeien in de vrezen des Heren. Wie strijdt er anders voor hun? En dat doen wij juist samen, door trouw op de bidstonden te komen. Trouw! En niet alleen wanneer je zelf ineens in een crisis komt en God moet een wonder doen. Dat geldt natuurlijk ook voor de zondagdiensten, dat wij samen komen om in het huis des Heren te zijn en te luisteren naar het Woord van God.
[00:27:07] Maar zo zal de gemeente op eenzelfde manier overwinnen. Zo, zoals Amalek verslagen werd, zoals Israël daar won, zo zullen wij ook in Jezus Christus overwinnen over al onze vijanden en over al de Amalekieten in je leven.
[00:27:30] Zorg nou, luister nou, zegt God, hebben we gelezen. Wees niet koppig, wees niet eigenwijs. Luister nou. Zo kunnen wij winnen als gemeente. Zo win jij ook persoonlijk. Word wakker. Wees waakzaam. Wees opmerkzaam. Wees getrouw. En, luister, bekeer je als dat nodig is. Bekeer je.
[00:28:00] Nu je kan, als dat nodig is, ga niet door in die koppige zonde of die eigenwijze zonde, maar bekeer je, want eens komt het laatste station ook voor jou. En, wees trouw, ga de jonge mensen en jouw kinderen voor zoals het hoort. Als jij altijd op de bidstonde komt, gaan jouw kinderen straks ook naar de bidstond.
[00:28:28] Als jij naar de zondagmorgen heel trouw komt en je zegt niet zomaar af, vandaag maar even niet, dan gaan jouw kinderen ook heel trouw komen. Kinderen kopiëren. Exodus 17 tot besluit. De Heer zei tegen Mozes, schrijf dit op in een boek, zodat de mensen het niet vergeten. Dus wat daar gebeurd was met Amalek, Israël, schrijf het op, zodat de mensen het niet vergeten en zorg dat Jozua het goed weet. Jozua was de opvolger. Jozua was de jongere generatie. Mozes zegt God, schrijf het op in een boek zodat niemand het vergeet en leer het ook aan Jozua, de nieuwe generatie. De Israëlieten moeten weten dat ik Amalek helemaal zal vernietigen. Later zal niemand nog weten dat Amalek ooit heeft bestaan. En toen bouwde Mozes een altaar en noemde het, de Heer is mijn krijgsvlag. Een andere vertaling zegt, de Heer is mijn banier. De Heer is mijn krijgsvlag. Bij mij hangt een vlag dat zegt, de Heer is mijn banier. Jehova Nisi, Jehova Jaira, Jehova El Shaddai, Jehova Rafa, Het is allemaal namen, machtige namen van God, wat Hij gedaan heeft. Dat heeft Hij ook in mijn leven gedaan. Lees mijn boek, hoeveel wonderen de Heer en de Heer heeft gedaan. En als Hij het ook in jouw leven heeft gedaan, getuig er dan van.
[00:30:09] Wees wie je moet zijn. Neem je stand in. Laat die vlag wapperen dat de Heer jouw banier is, jouw voorziener is. Voed je kinderen daarin op en wees zelf heel getrouw in alle dingen die de Heer wil dat we moeten en zullen doen. Amen.
[00:30:32] Bedankt voor het luisteren naar deze podcast. Wilt u meer preken beluisteren? Ga dan naar message.maasbachradio.com Bezoek ook eens onze website www.maasbach.nl.