Episode Transcript
[00:00:06] Speaker A: Fijn dat u luistert naar de podcast van David Maasbach. We hopen dat u erdoor geïnspireerd en opgebouwd wordt.
[00:00:17] Speaker B: Wij gaan vandaag lezen uit Exodus 33, vers 18. Exodus 33, vers 18. Toen vroeg Mozes, mag ik u alstublieft in uw volle hemelse macht en majesteit zien?
En hij zei, ik zal je mijn volle goedheid laten zien. Ik zal je zeggen wie ik ben, want ik zal goed zijn voor wie ik wil en ik zal vriendelijk zijn voor wie ik wil. Maar mijn gezicht zul je niet zien, want niemand kan mij zien en in leven blijven. Kijk, hier bij mij is een plaats waar je op de rots kan staan.
Als mijn hemelse macht en majesteit voorbij komt, zal ik je in een holte in de rots zetten. En dan zal ik je met mijn hand bedekken totdat ik voorbij ben. En daarna zal ik mijn hand weghalen en zul je mij van achteren zien. Maar mijn gezicht mag niemand zien. Mozes, een hele grote, geweldige man, die verlangde er dus naar om God te zien. Gods aangezicht te zien. Gods in andere vertaling zegt, Heer, ik wil uw heerlijkheid zien. Gods heerlijkheid zien. Ik wil het zien, ik wil het ervaren. En dan zegt God tot Mozes, ja, dat wil ik wel doen, maar niemand heeft mij gezien en kan leven.
Dat is na de zonderval, want voor de zonderval leert de Bijbel dat God elke dag naar beneden kwam en met Adam en Eva wandelde en praatte. Maar na de zonderval werden ze uit die hof gezonden en kwam daar dus vanwege de zonderscheiding en daarna is dat niet meer gebeurd. En nu vraagt Mozes, maar ik wil u zien. God zegt, dat kan niet, maar ik wil je tegemoetkomen.
Ik zal je in een rot zetten, ik zal je bedekken en dan ga ik voorbij en dan haal ik mijn hand weg en dan zal je de heerlijkheid van achter mij zien. Dat was dan mogelijk. Maar dat was natuurlijk heel bijzonder wat er hier gebeurde. En Mozes kreeg dus wel de heerlijkheid van God te zien, maar wel op Gods manier en zodat hij kon blijven leven.
Maar ik wil, en dat is waarom ik de verhalen altijd vertel uit de Bijbel, omdat je kan dit stukje lezen en denken, prachtig, maar ik wil je meenemen naar de context waarin dit gebeurde. Want niet lang daarvoor was Mozes op de berg en hij was aan het praten met God En God was met Mozes aan het praten over het volk en de wetten aan het geven. De tien geboden en allerlei andere regels en leefregels. Was Mozes met God aan het praten en het volk was beneden.
Joshua die stond altijd ergens halverwege de berg, die was altijd met Mozes mee, maar daar op die plek, daar moest Mozes alleen zijn met God. Daar kon niemand bij zijn. En terwijl dus Mozes aan het praten is met God, en dat God uitlegt hoe Hij wil dat zij moeten leven en Hem de tien geboden geeft, gij zult geen, andere goden voor mijn aangezicht hebben. Dat was God aan het vertellen aan Mozes. Terwijl hun daar bezig zijn, wordt het volk onrustig en zeggen ze, waar is die Mozes nou? Hij was nog niet eens veertig dagen weg. Je zou zeggen, wat is dat nou? En terwijl Mozes dus met God aan het praten is, Gaan zij het Gouden Kalf bouwen? Hallo. Ik neem je mee naar de context, wat daar gebeurde. En dan gaan ze naar Aaron toe en dan zeggen ze tegen Aaron, Aaron, bouw ons een god. In de vorm van een Gouden Kalf. Een god. En als ze dat dan klaar hebben... Ja, ik vind dat zo echt weer Aaron.
Hij vraagt het goud, al die oorbellen en armbanden en ringen, hadden ze toen al dat goud, dat vroeg Hij. Hij maakte dat kalf. En dan gaan ze feest vieren en dan zeggen ze, dit is onze God die ons uit Egypte heeft gehaald. Tegen dat waardeloze ding, wel van goud, En Mozes is op de berg. En als Mozes dan naar beneden gaat, want hij is aan het pleiten, je moet het voor jezelf lezen, dat soort dingen moet je begrijpen. Want God wilde eigenlijk niet meer gaan met het volk, maar goed.
Mozes komt dus die berg af, loopt halverwege met Jozwa. Jozwa die hoort daar allerlei geluiden. En ja, Mozes, hij had een verkeerd beeld bij wat daar gebeurde. Mozes zegt, nee ze zijn wat anders aan het doen. Mozes voelde dat al. Ze zijn aan het zondigen.
En dan komt hij daar en dan ziet hij het gouden kalf en dan wordt hij boos. Ja, niet in het vlees dat hij boos werd, de geest gods wordt boos. En dat is een verschil. En dan gooit hij die steden, die 10 geboden, gooit hij stuk. En dan wordt hij boos op het volk.
En logisch dat hij boos werd op het volk, want wie is dat gouden kalf dan? Terwijl hij net in de tegenwoordigheid van God is geweest. Lieve mensen, dat maakt het zo anders. En als jij in de tegenwoordigheid van God bent geweest, je bent in een dienst geweest, zo'n dienst als deze, en je voelt dat, je opent je, je verlangt erna. Ik vind het erg voor je als je getrouwd bent met een onbekeerde man of vrouw, je komt thuis en je kan niks met ze delen.
Dan heb ik medelijden met je, want ik vind het erg. Wat heerlijk als ik thuis kom, dan we met elkaar verder kunnen praten over de heerlijkheid van God. Dat vind ik jammer, maar goed. Het is een verschil tussen de ede die in de heerlijkheid van God leeft, wandelt, zoekt, verlangt, ontpangt, en een ander die op een totaal ander niveau leeft.
In zonde, van God ver weg. Dat was wat hier gebeurde. Mozes was in de tegenwoordigheid van God geweest. Kom beneden en dat hele volk is in zonde. Dat was, stond haaks op elkaar. En hij maakt dat hele gouden kalf, dat vergruist ie.
Ja, nee. Ik ga je lezen en ik denk dat te velen dat nog nooit gelezen hebben op zo'n manier. Exodus 32, vers 25. Mozes zag dat de mensen naakt ronddansen. Kan je nagaan? Hallo. Ze waren naakt aan het dansen daar, voor dat gouden kalf. Aaron had hen helemaal vrijgelaten om te doen waar ze zin hadden. Hier zie je het verschil waarom God Mozes koos en niet zijn broer Aaron om de leider te zijn.
Mozes had dit nooit toegestaan. En dat maakt het verschil waarom God soms anderen kiest. Zo stonden ze vreselijk verschut voor hun vijanden.
Hij ging bij de ingang van het tentenkamp staan en zei, wie voor de Heer is, moet bij mij komen. En toen kwamen de mannen uit de stam Levi naar hem toe. En hij zei tegen hem, dit zegt de Heer. Nee, toen ik dit las, dacht ik, hoe is het mogelijk, hè? Maar dan kan je zien hoe daar de ingreep was, wat daar gebeurde. Dit zegt de Heer, de God van Israël, doe je zwaard om, ga dwars door het tentenkamp van poort op poort, dood iedereen die je ziet, al is het je broer.
Hallo, je familielid of je buurman. En ze deden wat Mozes had gezegd. Zo werden op die dag drieduizend mannen gedood. Toen zei Mozes, vandaag is te zien of jullie werkelijk de Heren willen dienen.
Het is te zien of je echt God wilt dienen, want je zal zelfs je zoon of je broer moeten doden, de Heer zal jullie hiervoor belonen. Dit is toch niet te geloven? Ja, maar David, dit is Oude Testament. Ja, Oude Testament, maar het principe is hetzelfde. Het principe is hetzelfde.
Dat we elkaar niet doden, ik ben blij dat we in het Nieuwe Testament leven. Maar het principe is hetzelfde. Even overgesproken dat ik soms wel eens zeg, als daar familieleden zijn en ze houden je tegen, ze brengen je op de verkeerde weg, dan moet je daar een scheiding in maken.
Wie vader moeder lief heeft boven mij is niet waardig, zegt de Heere Jezus. Dat is wat hier gebeurde. Zij maakten een beslissing en dan is te zien of je echt de Heere wil dienen. Daar begrijpt de wereld niks van.
Zo de vraag is, wil je de Heere echt dienen? Dan volg je ook dit principe, want het Nieuwe Testament zegt, je bent een afgezonderd geslacht.
een heilig priesterdom. Paulus zegt weer, je bent in de wereld, maar niet van de wereld. Je kan dus wel, je moet omgaan, je moet zaken doen, je hebt collega's, etc. Je bent in de wereld, maar je bent niet van. Dat betekent, je gaat niet met hen mee in de zonde. Je laat je niet door hen meesleuren in zaken en dingen die niet uit God zijn, want jij wandelt in de heerlijkheid van God.
Dat gaat niet samen. Daarom kan je niet op alle verjaardagen komen. Je kan niet. Ja, maar David, het is familie. Ik moet wel. Nee, je hoeft niks. We leven in een vrij land. Ja, dat je problemen met familie krijgt daardoor. Oké, Allah. Maar dat is waar dit om gaat. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. En als dan dit gebeurd is, Dan gaat Mozes opnieuw de berg op, want God is ook boos. Logisch. Hij is degene die hun zo machtig heeft bevrijd uit Egypte, weet je nog? Met die plagen en het ene naar het andere, de Rode Zee geopend. En dan gaan ze dat gekke ding maken en zeggen, dit is onze God. God was ook boos. En Mozes voelde dat en wist dat. Luister mensen, je kan een hoop uitvreten bij God.
Dat is zo breed, je kan echt een hoop bij God uithalen, maar er zijn grenzen. En dat is wat je net aan moet voelen, dat je niet buiten zo'n grens gaat, want God kan heel boos worden. Dat is de andere kant van de boodschap van Gods liefde, genade, goedheid, al die dingen meer. En dat moet ook gezegd en gepredikt worden. Zo'n bozes gaat weer die berg op, en dan gaat die pleiten bij God, en dan zegt God, Ja, hun hebben ook zo'n aparte verhouding, God en Mozes, zo bijzonder. God zegt, het volk dat jij uit Egypte hebt gehaald, het is ineens zijn volk. Het is eigenlijk Gods volk, maar God zegt, die jij uit Egypte hebt gehaald, God was gewoon boos. God kan ook boos worden. En als Hij boos wordt, nou ik weet één ding, Bij langmoedige mensen kan je lang doorgaan. Mijn vader was zo en eigenlijk ben ik ook zo. Je kan veel uithalen, maar langmoedige mensen hebben ook grenzen. En als die grens bereikt is... Als papa, als wij boven in de slaapkamer, mijn broers en ik, aan het dollen waren, en dan kwam die waarschuwde die. En dan zei die op een gegeven moment nog één keer, Maar als wij eenmaal de voetstappen van mijn vader op de trap behoorden, dan was het afgelopen, dan kreeg je billenkoek. Ja, echt. Dan was er geen weg terug meer. En dan zegt Mozes, ja maar God... Hij zegt, del ik mij dan maar uit uw boek als u dat wilt doen. U moet ons leiden. Exodus 33, vers 12 zegt het zo.
Mozes zei tegen de heren, u zegt wel tegen mij trek verder met dit volk, maar u heeft mij niet gezegd wie u dan met mij mee zal sturen. Maar u heeft toch tegen mij gezegd, ik heb jou uitgekozen en ik wil goed en vriendelijk voor je zijn. Mozes praat tegen God he, hallo.
Als u goed en vriendelijk voor mij wil zijn, vertel mij dan alstublieft uw plannen, zodat ik u steeds beter leer kennen. Bedenk alstublieft dat dit uw volk is, zegt Mozes tegen God.
Toen zegt God, ja maar, moet ik zelf meegaan om u gerust te stellen? Mozes antwoordde hem, als u niet zelf met ons meegaat, laat ons dan niet van hier vertrekken. Het is niet zonder God. Want hoe kunnen wij dan weten dat u goed en vriendelijk voor mij en voor dit volk wilt zijn, als u niet zelf met ons meegaat? Hij pleit hier bij God.
Want toch juist doordat U bij ons bent, zijn wij anders dan andere volken. Hoor je dit?
Omdat Jezus in jou woont, ben jij anders. Nieuwe Testament zegt gij geheel anders. Je bent anders dan alle volken op aarde. Wij zijn immers uw eigen volk.
De Heer zei tegen Mozes, ook deze keer zal ik doen wat je vraagt, omdat je mijn vriend bent. Lieve mensen, wij zijn geen vrienden, wij zijn kinderen van God, vandaag.
En ik goed en vriendelijk voor je wil zijn.
En als dit dan gebeurt, is deze hele toestand, dan krijg je wat we net hebben gelezen, dat Mozes zegt, maar heer, laat mij uw heerlijkheid zien.
Snap je in welke context Mozes dit vraagt? Net die hele toestand, net dat gouden kalf en die zonde en dat pleiten en dat Mozes zegt, nee, u moet ons gaan. En hij is hier helemaal in Gods heerlijkheid, tegenwoordigheid. En dan verlangt, ja, hij krijgt hier dus gunst van God, dat God zegt, oké, ik zal doen wat je van me vraagt, omdat je mijn vriend bent. O Heer, Dank u, dank u maar, heren. Ik wil zo graag u zien.
Mooi, hè? En dan gaat God zich laten zien. Exodus 34, vers 5. De Heer kwam naar beneden in een wolk.
en ging daar bij hem staan. En de Heer liep langs hem heen en riep, Ik ben de Heer. Ik ben vriendelijk en geduldig, liefdevol, vol medelijden en waarheid. Ik ben vriendelijk en goed voor duizenden mensen, en vergeef hen hun slechtheid en ongehoorzaamheid. Maar schuldige mensen zal ik niet onschuldig verklaren. Als mensen mij niet willen gehoorzamen, zal het slecht met hen gaan.
Ik hou ervan, als ik dit lees, om ze allebei aan te halen. Ik kan een hele prik bouwen op dat eerste stukje. Ik ben zo medelijnen, maar hij zegt ook... Je moet het allebei, hè. Twee kanten. Hun ongehoorzaamheid zal gevolg hebben tot in derde en vierde familiegeslacht na hen. Zo...
Als dit dan gebeurd is...
Dan krijgt Bozus dus een nog weer andere relatie met de levende God, want hij heeft zijn heerlijkheid gezien, gevoeld, ervaren. Lieve mensen, laat ik je dit vertellen. Als je eenmaal dit hebt meegemaakt in je leven, dan verandert dat je leven. En je zal het ook nooit meer vergeten.
Zo'n moment van besef, zo'n moment van ontmoeting, ervaring, hoe je het ook noemen wil, dat vergeet je je hele leven niet meer. En dat gebeurt niet elke dag. Dat zijn momenten.
En als zo'n moment komt, dan weet je gewoon, dat is iets van God. God heeft gesproken. Maak je geen zorgen, ja maar David, is het God die gesproken heeft of niet? Ik weet, als God eenmaal gesproken heeft, dan weet je dat het God is. Ja maar hoe weet je dat dan? Je weet het. Je weet het, want Gods stem is anders. De stem van de herder, met een hoofdlet, is anders dan alle anderen.
Ik ken Gods stem uit alle stemmen. En dan krijgt Mozes dus een soort relatie met God, dat hij steeds meer in de tegenwoordigheid van God komt. Hij moest eigenlijk elke keer die bergen op, later kwam er een tent bij. Maar als Mozes dan in de tegenwoordigheid van God is geweest, weet je wat er dan gebeurt? Als hij met God gesproken heeft, weet je wat er dan gebeurt?
dan gaat zijn aangezicht stralen. Vind je dat niet mooi? Als jij in de tegenwoordigheid van God bent geweest, op een of andere manier, dan gaat jouw aangezicht stralen. En dat is eigenlijk wat er gebeurt Dat als je in de tegenwoordigheid in een samenkomst bent geweest en je hebt... God heeft gesproken, je bent weer verfris, verkwikt, aangeraakt en je gaat naar huis, dan straal je. Sommigen stralen alleen als ze bij hun vriendje en vriendinnetje zijn geweest. Hé, hallo, maar daar zie je het ook aan, hè?
Dan stralen ze, ze zijn blij. Hoe komt dat? Ze zijn bij hun vriend. Maar de straling van het aangezicht van God, dat is een weerkaatsing. Het is een reflectie van Gods heerlijkheid, Gods heiligheid, Gods glorie. En hoe meer je daarin bent, hoe meer jij gaat stralen. En daarom moet er een verschil te zien zijn.
Exodus 34, vers 29. Daarna daalde Mozes de berg Sinai weer af. De tweede platstenen van het verbond had hij in zijn handen. Hij wist niet dat de huid van zijn gezicht straalde, doordat hij met de Heer had gesproken. Prachtig. Toen Aaron en de Israelieten Mozes zagen, zagen ze dat de huid van zijn gezicht straalde. Trouwens, het is goed voor je huid.
Het bespaart je een hele hoop kostbare salafjes. Daarom durfden ze niet dichterbij te komen. Maar het straalt ook autoriteit af. Mozes riep hen bij zich. Aaron en de leiders van het volk kwamen naar hem toe. En Mozes sprak met hen. En daarna kwamen alle israelieten naar hem toe. Mozes ging daar wel voor open staan. Kom maar. En dat moeten wij ook doen, ook met de open lucht.
You are loved. Wij stralen, maar de mensen mogen dicht bij ons komen. En dan praat je met hen. Hij leerde hun alle bevelen van de Heer, die de Heer hem op de berg Sinai had gegeven. Mozes had een doek voor zijn gezicht gedaan, maar als Mozes bij de Heer was om met hem te spreken, deed hij die doek af.
Als hij weer naar buiten ging om de Israëlieten te zeggen wat de heren had bevolen, deed hij de doek weer voor zijn gezicht. En steeds als de Israëlieten zagen dat de huid van Mozes' gezicht straalde, deed Mozes de doek weer voor zijn gezicht. Maar als hij weer naar binnen ging om met hem te spreken, deed hij die doek af. Oh, dat is allemaal zo mooi. Lieve mensen, je kan vandaag stralen.
Want denk je niet dat Mozes een hoop problemen had? Ja, ik schets toch net de context waarin hij moest handelen en leven, wat er net allemaal gebeurd was. Wat een problemen! Wat een moeilijkheden! Wat een toestanden! Maar in de tegenwoordigheid van God begin je te stralen. Ontvang je verfrissing, verkwikking. Ontvang je alles wat je nodig hebt om weer de week door te komen. Nou, Dit was dus het Oude Testament, dit God voor Mozes. Maar nogmaals, de principes zijn hetzelfde, want de God van het Oude Testament is dezelfde God als het Nieuwe Testament. Dat is allemaal niet veranderd.
Zo de principes van het Oude Testament die gelden ook voor het Nieuwe Testament. We moeten dat begrijpen dat het niet nu ineens heel anders is. Wij moeten ook afgescheiden leven. Wij moeten ook in de tegenwoordigheid van God komen. Alleen, we hebben een verschil vandaag. Want toen Jezus uitriep, het is volbracht, scheurde dat voorhangsel, maakte die twee kamers één, waardoor de mensen dus in de tegenwoordigheid van God konden komen, zonder te sterven.
Want vroeger had je dat gordijn, dat maakte scheiding tussen waar de priesters mochten zijn en waar de Ark des Verbons, het type beeld van Jezus Christus stond, waar God vertoefde in het heilige der heiligen. En niemand mocht daar binnen gaan. Als je dat deed, dan stierf je, ook die priesters. Maar toen Jezus stierf en het werk volbracht, scheurde dat voorhangsel en die priester stierf er niet.
Daarom zegt Jezus, ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt in het heilige der heiligen. Niemand komt tot God. Niemand komt in de hemel. Dan alleen door mij. En kunnen wij dus vandaag God ontmoeten, zien en in zijn tegenwoordigheid komen zonder te sterven. Ook als we gezondigd hebben.
Jezus legt dat zo mooi uit in het Nieuwe Testament bij dat laatste avondmaal. Dat is waar wij vandaag ook zijn.
Want wij verlangen ook om meer van God te zien, meer van zijn werking, meer van zijn heerlijkheid en glorie. Ook in ons leven, wij willen ook stralen, wij willen ook die blijdschap en de vreugde en alles wat God heeft op ons reflecteren. En dan begint Jezus te praten in Johannes 14. En Jezus zegt tegen zijn disciples, hij zit dus in die opperkamer, zijn disciples zijn bij hem. En dan zegt Jezus, wees nou niet verdrietig. Jullie geloven in God, dat kan ik tegen jullie toch ook zeggen. Jullie geloven in God. Geloof nu ook in mij.
In het huis van mijn vader is een plaats voor heel veel mensen. Als dat niet zo was, zou ik het jullie hebben gezegd. Ik ga daarheen om alles voor jullie klaar te maken. En daarna kunnen jullie ook komen. Wanneer ik ben weggegaan en alles voor jullie heb klaargemaakt, kom ik terug om jullie op te halen. Dat is waar wij vandaag nog steeds op wachten. Dat hij terugkomt. En het mooie is, hij kan elk moment komen.
Dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie weten waar ik naartoe ga. Dat is makkelijk gezegd. Je weet waar ik naartoe ga. En jullie weten de weg daarheen. Dan ben ik toch wel weer blij dat Thomas dan zegt, ja maar heer, wij weten niet waar u naartoe gaat. En dat is wat heel veel mensen vandaag ook niet weten. Waar u naartoe gaat. Hoe kunnen we dan de weg weten om ook daar te komen waar u bent? Jezus zei er tegen Thomas, Ik ben de weg en de waarheid en het leven en alleen door mij kun je dus bij de Vader komen. Kun je dus ervaren wat Mozes heeft ervaren. Als jullie mij kenden, zouden jullie ook mijn vader kennen. Kijk, dit is mooi hoor. Nu ga je het begrijpen, de boodschap. Als jullie mij kennen, zegt Jezus, zouden jullie ook God, de God van Mozes, De Vader kennen. Vanaf nu kennen jullie Hem en zien jullie Hem. Philippus zei dan tegen Heer Jezus, Heer, laat ons dan God zien. Wat Mozes eigenlijk bad. Dan zijn we tevreden. En dan zegt Jezus, nu ben ik al zo lang bij jullie, Philippus, en je kent mij nog niet, als je mij hebt gezien, dan heb je de Vader, dan heb je God gezien, de God van Mozes. Waarom zeg je dan, laat ons de Vader zien, laat ons God zien? Geloof je dan niet dat ik één ben met de Vader en dat de Vader één is met mij? Wat ik tegen jullie zeg zijn niet mijn woorden en ik vandaag ook niet, zijn niet mijn woorden. De Vader die één met mij is, die doet zijn werk door mij heen.
Geloof mij als ik dan zeg dat ik één ben met de Vader en dat de Vader één is met mij. Het is hetzelfde. God de Vader, God de Zonen, God de Heilige Geest zijn één. En als je niet gelooft wat ik zeg, geloof dan...
om wat je mij ziet doen. Luister, ik zeg jullie, iedereen die mij gelooft, zal dezelfde dingen doen als ik. En hij zal zelfs nog geweldigere dingen doen, want ik ga naar de Vader. En alles wat jullie aan de Vader vragen, omdat jullie bij mij horen, zal ik doen. Want daardoor zal te zien zijn hoe machtig de Vader in mij is. Als jullie mij om iets vragen, omdat jullie bij mij horen, zal ik het doen. Dit is zo mooi. Dit is wat wij vragen. Dit is wat wij net hebben gedaan. Vader, eigenlijk hetzelfde als Mozes, laat ons uw heerlijkheid zien.
Zoals ik hoorde op de fiets. Show me your face. Het komt op hetzelfde manier. Laat mij u zien. Laat mij uw heerlijkheid zien. Laat mij het ervaren. Dat wat Mozes wil, wil ik ook zo graag. Ik wil meer van u. Ik wil meer van u zien, meer van u ervaren. Meer dat u door mij heen werkt. Dat u wonderen doet, tekenen doet, al dat soort dingen. Maar ook uw heiligheid, uw glorie, uw heerlijkheid. Het is allemaal zo mooi, zo groot. Ik hoorde zoveel van, ik wil het zien.
En dan zegt Jezus, dat kan, dat kan. Vraag het maar in mijn naam en de Vader zal het doen. Ik zal het doen, want de Vader en ik zijn één. Als je mij kent, als je mij hebt gezien, heb je de Vader gezien. En hoe kunnen we Jezus zien? Door het geloof in zijn Woord. Vandaag iedereen, overal.
En omdat zijn Heilige Geest overal is, kunnen wij dus de Heilige Geest ervaren, waar we ook zijn. En de Heilige Geest openbaart het allemaal. Die opent je ogen, je geestelijke ogen, die laat je ineens zijn. Dat zijn die momenten van dat besef waar ik het over had. Als jij dat ineens beseft, ineens voelt, dan komt dat door de Heilige Geest. Want die is bij ons.
en met ons. De Vader en Jezus zijn in de hemel, maar door de Heilige Geest die in ons is, ervaren we dus Jezus Christus en de Vader, totdat de Heilige Geest ons bij Hem brengt. En dat gaat gebeuren als Jezus zal wederkomen. Dan gaan wij met de Heilige Geest Hem tegemoet en dan neemt Hij ons mee naar die plek waar Hij het over had.
om daarvoor eeuwig met de Vader te zijn. En zo, lieve mensen, ik hoop dat je verlangen vanaf vandaag nog meer uit zal gaan om naar de Heer te verlangen, te vragen, Heer. Ik wil zo graag U zien. Ik wil zo graag meer van uw heerlijkheid in mijn leven, in mijn huwelijk, in mijn gezin, wil ik ervaren, wil ik voelen.
Zodat ik ook ga stralen. Blij kan zijn, gelukkig kan zijn, vrede, rust. En dat kan allemaal door wat Jezus heeft gedaan op Golgotha. Hij heeft ons eengemaakt met de Vader. Verzoend met de Vader. En dat is gebeurd. Het is volbracht.
Kom, laten we in aan bidding gaan, een moment voordat we de dienst sluiten. En dan zingen we dat lied wat we nog niet zo lang zingen, Show Me Your Face. Het komt eigenlijk op hetzelfde neer. En verlang er dan naar en vraag het zelf aan de Heer.
[00:32:48] Speaker A: Bedankt voor het luisteren naar deze podcast. Wilt u meer preken beluisteren? Ga dan naar message.maasbachradio.com Bezoek ook eens onze website www.maasbach.nl.